Secrets of the Threshold, Conferences III en IV, door Rudolf Steiner

Wanneer we het hebben over de spirituele werelden zoals we doen in deze conferenties, moeten we het volgende in gedachten houden: het helderziende bewustzijn dat de menselijke ziel in zichzelf kan ontwikkelen, zal niets veranderen in de aard en de individualiteit van een persoon, omdat alles kom binnen dat bewustzijn was al enige tijd aanwezig in de aard van de mens. Iets weten is niet hetzelfde als het creëren, iemand leert alleen waar te nemen wat er al is als een feit. Hoe vanzelfsprekend dit ook mag zijn, moet gezegd worden, omdat we onze gedachten moeten richten op het besef dat de aard van de mens verborgen is in de diepten van zijn bestaan; Het kan alleen uit die diepten worden hersteld door helderziende kennis . Hieruit volgt dat de ware, innerlijke aard van de mens op geen andere manier aan het licht kan worden gebracht dan door verborgen kennis. We kunnen leren wat een mens werkelijk is, niet door middel van enige vorm van filosofie, maar alleen door de kennisklasse op basis van helderziend bewustzijn. Het wezen van de mens, de ware, de diepste aard van de mens, bevindt zich in verborgen werelden voor de observatie die we in de gevoelige wereld gebruiken en tot het begrip dat beperkt is tot de gevoelige wereld. Helderziend bewustzijn biedt het gezichtspunt van waaruit de werelden voorbij de zogenaamde drempel moeten worden waargenomen; om waar te nemen en te leren, worden heel andere eisen gesteld aan die van de gevoelige wereld.

Dit is het belangrijkste: dat de menselijke ziel moet wennen aan het feit dat de manier van kijken en herkennen van dingen, die voor de gevoelige wereld correct en gezond is, niet de enige manier is.

Hier zal ik de naam van de elementaire wereld geven aan de eerste wereld waarin de ziel van een mens binnenkomt door helderziend te worden en de drempel te overschrijden. Alleen een persoon die de gewoonten van de wereld gevoelig wil maken voor de superieure overgevoelige werelden, kan een uniforme naamkeuze eisen voor alle opvattingen die de superieure werelden kunnen bieden. (Aan het einde van deze lezingenreeks en ook in mijn boekje De drempel van de spirituele wereld dat over één of twee dagen wordt gepubliceerd, zal ik het verband benadrukken tussen de hier gekozen termen - bijvoorbeeld de elementaire wereld en die welke al zijn blootgelegd in mijn boeken Theosofie en occulte wetenschap, zoals de wereld van de ziel, de wereld van de geest, enz. - zodat mensen niet op een oppervlakkige manier naar tegenstellingen zoeken waar ze niet bestaan.)

Het leven van de ziel voldoet aan volledig nieuwe eisen wanneer het de drempel overschrijdt naar de elementaire wereld . Als de menselijke ziel erop aandrong deze wereld in de gewoonten van de gevoelige wereld te betreden, zouden er twee dingen kunnen gebeuren: troebelheid of volledige duisternis zou zich ontvouwen aan de horizon van bewustzijn, op het gezichtsveld, zo niet - als de ziel wilde binnenkomen de elementaire wereld zonder zich voor te bereiden op zijn eigenaardigheden en vereisten - zou worden teruggestuurd naar de verstandige wereld. De elementaire wereld is compleet anders dan de gevoelige wereld. Wanneer je in deze wereld van het ene levende wezen naar het andere gaat, van de ene gebeurtenis naar de volgende, heb je deze dingen en gebeurtenissen voor je en kun je ze waarnemen; door ze te confronteren en te observeren, behoud je je eigen bestaan, je eigen afzonderlijke persoonlijkheid. Je weet altijd dat je in aanwezigheid van een andere persoon of gebeurtenis dezelfde persoon bent die je eerder was en dat je hetzelfde zult zijn wanneer je een nieuwe situatie onder ogen ziet; Je kunt nooit verdwalen in een ander wezen of evenement. Je confronteert ze, je blijft uit hun buurt en je weet dat je altijd dezelfde zult zijn in de gevoelige wereld waar je ook gaat.

Dit verandert zodra een persoon de elementaire wereld betreedt. Daar is het nodig om het hele interne leven van de ziel aan te passen aan een wezen of gebeurtenis zo volledig dat men zijn eigen interne leven van de ziel transformeert in dit andere wezen, in deze andere gebeurtenis. We kunnen helemaal niets leren in de elementaire wereld tenzij we een ander persoon worden binnen elk wezen, tenzij we in grote mate vergelijkbaar worden met andere wezens en gebeurtenissen.

We moeten dan een eigenaardigheid van de ziel hebben voor de elementaire wereld: het vermogen om ons eigen wezen te transformeren in andere wezens buiten onszelf. We moeten het vermogen van metamorfose hebben. We moeten ons in het andere wezen kunnen onderdompelen en hem kunnen worden. We moeten het bewustzijn kunnen verliezen dat altijd emotioneel gezond moet blijven dat we in de gevoelige wereld moeten hebben, het bewustzijn van Ik ben mij . In de elementaire wereld leren we het andere wezen alleen kennen als we op de een of andere manier intern in de ander verteerd zijn geworden . Wanneer we de drempel hebben overschreden, moeten we ons door de elementaire wereld verplaatsen op een manier die bij elke stap die we transformeren in elke eenvoudige gebeurtenis, we elke se r worden . Het is cruciaal voor de gezondheid van de ziel van een persoon die, terwijl hij door de gevoelige wereld dwaalt, zijn identiteit handhaaft en zijn individuele karakter bevestigt, maar dit is absoluut onmogelijk in de elementaire wereld, waar het hem tot obscuratie zal leiden. vanuit zijn gezichtsveld zal hij niet teruggegooid worden in de verstandige wereld.

Je zult gemakkelijk begrijpen dat de ziel, om het vermogen tot transformatie uit te oefenen, iets meer nodig heeft dan wat het hier al in onze wereld bezit. De menselijke ziel is te zwak om zich voortdurend te kunnen aanpassen en aan te passen aan elk soort wezen als het de elementaire wereld in zijn normale toestand betreedt. Bovendien moeten de krachten van de menselijke ziel worden versterkt en versterkt door de instructies die worden beschreven in mijn boeken occulte wetenschap en hoe kennis van de hogere werelden te bereiken, na het volgen van hen zal het leven van de ziel meer worden Het is sterk en krachtig. Dan kun je jezelf onderdompelen in andere entiteiten zonder jezelf te verliezen in het proces. Dat gezegd hebbende, zul je meteen begrijpen hoe belangrijk het is om te kijken naar wat de drempel wordt genoemd tussen de verstandige en de bovengevoelige wereld. We hebben al gezegd dat het helderziende bewustzijn van een mens op aarde moet blijven gaan en continu moet terugkeren, dat hij de spirituele wereld buiten de drempel moet observeren terwijl hij buiten het fysieke lichaam is en dan naar het fysieke lichaam moet terugkeren en op een gezonde manier de krachten die leiden tot de juiste observatie van de gevoelige fysieke wereld.

Veronderstel dat het helderziende bewustzijn van een persoon, bij terugkeer door de drempel, de gevoelige wereld het vermogen tot transformatie bracht dat hij moet hebben om zich volledig bewust te zijn van de spirituele wereld. Het vermogen tot transformatie waar ik het over heb gehad, is een eigenaardigheid van het menselijke etherische lichaam, dat bij voorkeur in de elementaire wereld leeft. Stel nu dat een persoon terugkeert naar de fysieke wereld terwijl hij zijn etherische lichaam in staat houdt te transformeren zoals het zou moeten zijn in de elementaire wereld. Wat zou er gebeuren? Elk van de werelden heeft zijn eigen specifieke wetten.

De verstandige wereld is de wereld van zelfstandige vormen, sinds de Geesten van

de vorm. De elementaire wereld is de wereld van mobiliteit, van metamorfose, van transformatie; Net zoals we constant moeten veranderen om ons thuis te voelen in die wereld, veranderen alle wezens daar voortdurend. Er is geen gesloten, omschreven vorm: alles is in voortdurende metamorfose. Een ziel moet deelnemen aan dit steeds veranderende bestaan ​​buiten het fysieke lichaam als ze zich daar wil ontvouwen. Dan moeten we in de gevoelige fysieke wereld ons etherische lichaam, als een entiteit van de elementaire wereld die in staat is tot metamorfose, laten zinken in het fysieke lichaam. Door dit fysieke lichaam ben ik een duidelijke persoonlijkheid in de gevoelige fysieke wereld; Ik ben deze of die andere persoon. Mijn fysieke lichaam drukt mijn persoonlijkheid op mij; het fysieke lichaam en de omstandigheden van de fysieke wereld waarin ik mezelf voel, maken me tot een persoonlijkheid. In de elementaire wereld is men geen persoonlijkheid, omdat dit een gesloten vorm zou vereisen. Hier moeten we echter opmerken dat wat helderziend bewustzijn in de menselijke ziel herkent, daarin aanwezig is en altijd is geweest. Door de krachten van het fysieke lichaam wordt de mobiliteit van het etherische lichaam slechts tijdelijk beperkt. Zodra het etherische lichaam in zijn fysieke lichaam zinkt, worden zijn bewegingskrachten bij elkaar gehouden en aangepast aan de vorm. Als het etherische lichaam niet als in een zak in het fysieke lichaam zou worden gestopt, zou het altijd worden gedwongen om voortdurend te transformeren.

Stel nu dat een ziel, door helderziend te worden, dit verlangen van haar etherische lichaam naar transformatie naar de fysieke wereld zal brengen. Dan zou het, met zijn neiging tot beweging, vrij los in het menselijk lichaam passen, en zo kan de ziel in tegenspraak komen met de fysieke wereld die haar tot een gedefinieerde persoonlijkheid wil vormen. Het etherische lichaam, dat altijd vrij wil bewegen, kan op de verkeerde manier van de drempel terugkeren en op elk moment wensen iets of iemand anders te zijn, iemand die precies het tegenovergestelde kan zijn van de stevig geprinte vorm van het fysieke lichaam. Om het concreter te formuleren: een persoon zou, bijvoorbeeld, een Scandinavische bankdirecteur kunnen zijn, dankzij zijn fysieke lichaam, maar omdat zijn etherische lichaam naar de fysieke wereld wordt gebracht de drang om zichzelf te bevrijden van fysieke beperkingen, kon hij zich voorstellen dat hij de Keizer van China. (Of, om een ​​ander voorbeeld te gebruiken, een persoon zou bijvoorbeeld de president van kunnen zijn

de Theosophical Society, en als haar etherische lichaam is vrijgelaten, zou ze zich kunnen voorstellen dat ze in aanwezigheid van de directeur van het heelal was.) (9)

We zien dat de drempel die de gevoelige wereld precies scheidt van het bovenzinnelijke absoluut moet worden gerespecteerd; de ziel moet de vereisten van elk van de twee werelden in acht nemen, zich aan deze zijde en aan die zijde anders aanpassen en gedragen. We hebben herhaaldelijk benadrukt dat de eigenaardigheden van de suprasensibele wereld niet onwettig mogen worden gedragen wanneer u terugkeert naar de verstandige wereld. Als ik het duidelijker kan zeggen, Men moet begrijpen hoe zich in beide werelden te gedragen, men kan de waarnemingsmethode die correct is voor de ander niet meenemen naar de ene wereld.

Allereerst moeten we er rekening mee houden dat het essentiële vermogen om zichzelf te vinden en te voelen in de elementaire wereld het vermogen tot transformatie is. Maar de menselijke ziel zou nooit permanent in dit mobiele element kunnen leven. Het etherische lichaam kon ook niet constant in een staat van mogelijkheid blijven om zichzelf te transformeren, omdat een mens in de fysieke wereld ook niet continu wakker zou kunnen blijven. Alleen als we wakker zijn, kunnen we de fysieke wereld observeren; In slaap zien we het niet. We moeten echter de afwisseling van de waaktoestand met de droomstaat toestaan. Iets vergelijkbaars is hiermee nodig in de elementaire wereld. Zo weinig als het goed is in de fysieke wereld om constant wakker te zijn, omdat het leven hier als een slinger moet afwisselen tussen waken en slapen, dus er is iets soortgelijks nodig voor het leven van het etherische lichaam in de elementaire wereld. Er moet een tegenovergestelde pool zijn, zoals we zeiden, iets dat in de tegenovergestelde richting werkt van het vermogen tot transformatie dat leidt tot perceptie in de spirituele wereld. Wat maakt de mens in staat om te transformeren? Het is zijn leven in de verbeelding, in mentale beelden, het vermogen om zijn ideeën en gedachten zo mobiel te maken dat hij door zijn geanimeerde en flexibele denken zich kan onderdompelen in andere menselijke wezens en gebeurtenissen. De tegenovergestelde toestand, vergelijkbaar met de droom in de gevoelige wereld, is de wil van de mens die moet worden ontwikkeld en versterkt. Voor het vermogen van transformatie: gedachte of verbeelding; voor de tegenovergestelde voorwaarde: de wil.

Om dit te begrijpen, moeten we bedenken dat in de gevoelige fysieke wereld de mens een ego is, een 'ik'. Het is het fysieke lichaam, terwijl het wakker is, dat bijdraagt ​​aan wat nodig is voor dit zelfgevoel. De krachten van het fysieke lichaam, wanneer de mens in hem zinkt, geven hem de kracht om zichzelf te voelen als een ego, een I. Het is anders in de elementaire wereld. Daar moet het zelf van de mens tot op zekere hoogte bereiken wat het fysieke lichaam in de fysieke wereld bereikt. Hij kan geen zelfgevoel ontwikkelen in de elementaire wereld als hij zijn wil niet uitoefent, als hij geen 'wil' doet. Dit vereist echter het overwinnen van iets dat diep in ons is geworteld: onze liefde voor comfort en gemak. Deze wil van het ik is noodzakelijk in de elementaire wereld; Net als de afwisseling van slapen en wakker zijn in de fysieke wereld, moet de toestand van "zichzelf transformeren in andere wezens" plaatsmaken voor het gevoel van zelfversterkende wil. Net zoals we ons moe hebben gevoeld in de fysieke wereld en onze ogen hebben gesloten, overwonnen door slaap, komt de tijd in de elementaire wereld waarin het etherische lichaam voelt dat "ik niet continu kan blijven veranderen; Nu moet ik alle wezens en gebeurtenissen om me heen weglaten. Ik zal alles uit mijn gezichtsveld moeten duwen en van hem wegkijken. Nu moet ik absoluut en volledig in mezelf willen leven, andere wezens en gebeurtenissen negeren. ' Deze wil van het zelf, met uitsluiting van al het andere, komt overeen met de droom in de fysieke wereld.

We zouden het mis hebben als we ons zouden voorstellen dat de afwisseling van transformatie met het gevoel van het versterkte ego in de elementaire wereld net zo natuurlijk werd gereguleerd als wakker zijn en slapen in de fysieke wereld wordt gereguleerd. Volgens het helderziende bewustzijn ys lo is dit waarneembaar het vindt plaats naar believen, het gebeurt niet zo gemakkelijk als hier wakker worden gaat het slapen. Als men eenmaal een tijd in het element van metamorfose heeft geleefd, voelt men de behoefte in zichzelf om een ​​compromis te sluiten en de andere oscillatie van de slinger van het elementaire leven te gebruiken. Op een veel meer willekeurige manier dat met ons ontwaken en slapen het element van zelftransformatie wordt afgewisseld met het innerlijke leven met zijn verhoogde zelfgevoel. Ja, ons bewustzijn kan het zelfs uitlokken door zijn elasticiteit dat in bepaalde omstandigheden beide omstandigheden tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn: aan de ene kant transformeert men in een bepaalde mate en kan nog steeds bepaalde delen van de ziel bij elkaar houden en rusten in zichzelf In de elementaire wereld kunnen we tegelijkertijd wakker worden en slapen, iets dat we in de fysieke wereld niet zouden moeten proberen als we ons zorgen maken over het leven van onze ziel.

We moeten ook bedenken dat wanneer het denken zich ontwikkelt in het vermogen tot transformatie en zich thuis begint te voelen in de elementaire wereld, het niet in die wereld kan worden gebruikt op de manier die goed en gezond is in de wereld f SICO. Hoe is het om in onze gewone wereld te denken? Bekijk het terwijl je de beweging volgt. Een persoon is zich bewust van gedachten in zijn ziel; Hij weet dat hij deze gedachten begrijpt, uitrekt, verbindt en scheidt. Intern voelt hij de meester van zijn gedachten, die vrij passief lijken; ze laten toe om te worden verbonden en gescheiden, worden gevormd en weggegooid. Dit gedachtenleven moet zich nog een stap verder ontwikkelen in de elementaire wereld. Daar is een persoon niet in staat om met passieve gedachten om te gaan. Als iemand echt succesvol is in het betreden van die wereld met zijn helderziende ziel, lijkt het alsof zijn gedachten geen dingen waren waarover hij enige controle heeft: het zijn levende wezens. Stel je voor hoe het is wanneer je je gedachten niet kunt vormen, verbinden en scheiden, maar in plaats daarvan begint elk van hen in je bewustzijn zijn eigen leven te hebben, een leven als een entiteit op zich. Je gooit je bewustzijn naar een plek, zo lijkt het, waar je geen gedachten vindt die lijken op die van de fysieke wereld maar levende wezens zijn. Ik kan alleen een grotesk beeld gebruiken dat ons helpt te beseffen hoe anders ons denken zou moeten zijn dan hoe het hier is. Stel je voor dat je je hoofd in een mierenhoop steekt, terwijl je gedachten stoppen, zul je mieren op je hoofd hebben in plaats van gedachten! Het is precies zo, wanneer je ziel in de elementaire wereld duikt; je gedachten worden zo levend dat ze zich met elkaar verenigen, scheiden en hun eigen leven hebben. We hebben echt een ziel nodig met een grotere kracht om deze levende wezens van gedachte onder ogen te zien met ons bewustzijn van wat we nodig hebben met de passieve gedachten van de fysieke wereld, die hen in staat stelt zich naar believen te vormen, te verbinden en niet alleen verstandig te scheiden maar vaak zelfs nogal dwaas. Deze gedachten van onze gewone wereld zijn passieve dingen; ze laten de menselijke ziel doen wat ze met ze willen. Maar het is heel anders wanneer we onze ziel introduceren in de elementaire wereld, waar onze gedachten een onafhankelijk leven zullen hebben. Een mens moet zijn ziel beheersen en zijn wil bevestigen wanneer hij wordt geconfronteerd met deze actieve, vitale, niets passieve gedachten. In de fysieke wereld kan ons denken volledig dom zijn en dit schaadt ons helemaal niet. Maar als we domme dingen doen met ons denken in de elementaire wereld, kan het heel goed gebeuren dat onze domme gedachten, die als onafhankelijke wezens om ons heen bewegen, ons zelfs echte pijn kunnen bezorgen.

Zo zien we dat de gewoonten van onze ziel moeten veranderen wanneer we de drempel overschrijden van de fysieke wereld naar het bovenzinnelijke. Als we zouden terugkeren naar de fysieke wereld met de activiteit die we moeten uitoefenen op de levende wezens van het denken van de elementaire wereld en er niet in slagen een solide gedachte te ontwikkelen met deze passieve gedachten, die meer wensen te voldoen aan de voorwaarden van de andere wereld, onze gedachten ze zouden voortdurend van ons wegvluchten; door achter hen aan te lopen, zouden we een slaaf van onze gedachten worden.

Wanneer een persoon de elementaire wereld betreedt met een helderziende ziel en zijn vermogen tot metamorfose ontwikkelt, verdiept hij zich daarin met zijn innerlijke leven, transformeert hij zich afhankelijk van het soort entiteit voor hem. Wat is je ervaring als je dit doet? Het is iets dat we sympathie en antipathie kunnen noemen. Deze ervaringen lijken voort te komen uit de diepten van de ziel en verschijnen voor de ziel die helderziend is geworden. Vrij gedefinieerde klassen van sympathie en antipathie verschijnen als ze transformeert in dit of dat andere wezen. Wanneer de persoon van de ene transformatie naar de volgende gaat, is hij zich constant bewust van verschillende sympathieën of antipathieën. Net zoals we in de fysieke wereld levende objecten en wezens herkennen, karakteriseren en beschrijven, kortom, we nemen ze waar wanneer het oog hun kleur ziet of het oor hun tonen op dezelfde manier hoort in de spirituele wereld, we hun wezens zouden beschrijven in termen van sympathieën en bepaalde antipathieën Twee dingen moeten echter worden benadrukt. De ene is dat we in onze gebruikelijke manier van spreken in de fysieke wereld over het algemeen alleen onderscheid maken tussen sterkere en zwakkere graden van sympathie en afkeer van die in de elementaire wereld. Naast het correct beschrijven hiervan, kan men niet eenvoudig zeggen - zoals hij zou doen in de fysieke wereld - dat door zich onder te dompelen en deze specifieke entiteit binnen te gaan, men meer sympathie voelt, terwijl men bij het betreden van een andere entiteit minder sympathie voelt. Nee! Sympathieën en antipathieën van alle soorten zijn daar te vinden!

Het tweede punt om te benadrukken is dit: onze gebruikelijke natuurlijke houding ten opzichte van sympathie en antipathie kan niet worden overgedragen aan de elementaire wereld. Hier in deze wereld voelen we ons aangetrokken tot bepaalde mensen, afgestoten door anderen; we associëren bij voorkeur met diegenen die vriendelijk zijn en dicht bij hen willen zijn; we gaan weg van dingen en mensen die walgelijk zijn en weigeren er iets mee te maken te hebben. Dit kan niet worden gedaan in de elementaire wereld, omdat er - als ik het nieuwsgierig kan uitdrukken - we geen sympathieke sympathieën of onvriendelijke antipathieën zullen vinden. Dit klinkt als iemand die in de fysieke wereld zegt: “Ik kan alleen tegen blauwe en groene kleuren, niet rood of geel. Ik moet gewoon weglopen van rood en geel! ”Als een wezen van de elementaire wereld onvriendelijk is, betekent dit dat hij een kenmerk van die wereld heeft, die als onvriendelijk moet worden omschreven, en we moeten ermee omgaan net zoals we in de gevoelige wereld behandelen met blauwe en rode kleuren, waardoor de ene niet aardiger kan zijn dan de andere. Hier kennen we alle kleuren met een zekere rust omdat ze overbrengen wat dingen zijn; Alleen wanneer een persoon enigszins neurotisch is, rent hij weg van bepaalde kleuren, of wanneer hij een stier is en de aanblik van rood niet kan uitstaan. De meesten van ons aanvaarden alle kleuren met gelijkmoedigheid en we moeten op dezelfde manier met meer kalmte de kwaliteiten van sympathie en antipathie kunnen waarnemen die tot de elementaire wereld behoren. Hiervoor moeten we noodzakelijkerwijs de gebruikelijke houding van de ziel in de fysieke wereld veranderen, waar deze wordt aangetrokken door sympathie en afgestoten door antipathie; Het moet volledig veranderen. Daar moet de interne houding die overeenkomt met de gevoelens van sympathie en antipathie worden vervangen door wat we een kalme ziel, een vredige geest kunnen noemen. (10) Met een leven van de ziel intern opgelost met de kalmte van de geest, moeten we de entiteiten binnengaan en onszelf daarin transformeren; dan zullen we de kwaliteiten van deze wezens voelen opkomen vanuit de diepten van onze ziel als sympathieën en antipathieën. Alleen wanneer we dit kunnen doen, met een dergelijke houding ten opzichte van sympathie en afkeer, zal de ziel in haar ervaringen sympathieke en onvriendelijke perceptie kunnen laten verschijnen als beelden die correct en waar zijn. Dat wil zeggen, alleen wanneer we niet eenvoudig kunnen voelen wat de percepties van sympathieën en antipathieën zijn, maar om echt ons eigen specifieke zelf te ervaren, getransformeerd in een ander wezen, plotseling opstijgend als een bepaald kleurenbeeld of als een bepaald beeld van tonen van de spirituele wereld

Je kunt ook leren hoe sympathieën en antipathieën een rol spelen in relatie tot de ervaring van de ziel in de spirituele wereld als je, met een zekere mate van innerlijk begrip, kijkt naar het hoofdstuk van mijn boek Theosofie dat de wereld van de ziel beschrijft. Daar zul je zien dat de wereld van de ziel feitelijk wordt gevormd door sympathieën en antipathieën. Uit mijn beschrijving zul je kunnen leren dat wat we kennen als denken in de gevoelige fysieke wereld, echt alleen de duistere externe afdruk is, opgeroepen door het fysieke lichaam, van de gedachte dat, verblijvend in verborgen diepten, een echte levende kracht kan worden genoemd. Zodra we de elementaire wereld binnengaan en met ons etherische lichaam bewegen, worden gedachten - we zouden kunnen zeggen - dichter, levendiger, onafhankelijker, meer waar met hun eigen aard. Wat we ervaren als denken in de fysieke wereld is gerelateerd aan dit waardere element van denken als een schaduw op de muur is gerelateerd aan de objecten die het werpen. In werkelijkheid is het de schaduw van het leven van elementair denken dat over de gevoelige fysieke wereld wordt geworpen door de instumentaliteit van het fysieke lichaam. Wanneer we denken, ligt ons denken ongeveer in de schaduw van de wezens van het denken. Hier werpt helderziende spirituele kennis nieuw licht op de ware aard van het denken. Geen enkele filosofie, geen externe wetenschap, hoe ingenieus ze ook zijn, kan alles bepalen over de werkelijke aard van het denken; Alleen kennis gebaseerd op helderziend bewustzijn kan herkennen wat het is.

Hetzelfde geldt voor de aard van onze wil. De wil moet sterker worden gemaakt, omdat in de elementaire wereld dingen niet zo nuttig zijn dat het gevoel van het ego ons wordt verschaft zoals het is door de krachten van het fysieke lichaam. Daar moeten we zelf het gevoel van het ego willen; we moeten ontdekken wat het betekent voor onze ziel om volledig vol bewustzijn te zijn, "Ik wil mezelf", we moeten iets ervaren met de grootste betekenis: dat als we niet sterk genoeg zijn om de echte wilsdaad te creëren, "ik wil mezelf", en er niet alleen over nadenken, op dat moment zullen we het gevoel hebben dat we bewusteloos raken en in een soort flauwvallen vallen. Als we niet bij elkaar blijven in de elementaire wereld, zullen we in een soort flauwvallen vallen. Daar onderzoeken we de ware aard van de wil, opnieuw iets dat niet kan worden ontdekt door externe wetenschap of filosofie, maar alleen door helderziend bewustzijn. Wat we de wil in de fysieke wereld noemen, is een donker beeld van de sterke, levende wil van de elementaire wereld, die zodanig groeit en ontwikkelt dat het het ego buiten zijn eigen wil kan houden zonder de steun van externe krachten. We kunnen zeggen dat alles in die wereld, als we eraan wennen, zijn eigen wil heeft.

Bovenal, wanneer we het fysieke lichaam en ons etherische lichaam in de elementaire wereld hebben verlaten, ontwaakt de impuls om onszelf te transformeren door het aangeboren karakter van het lichaam. etherische. We willen ons onderdompelen in andere wezens. Net als in onze wakende toestand gedurende de dag veroorzaakt het echter de behoefte om te slapen, op dezelfde manier ontstaat in de elementaire wereld de behoefte om alleen te zijn, onszelf te isoleren van alles waarin We kunnen transformeren. Aan de andere kant, wanneer we ons een tijdje alleen hebben gevoeld en het sterke gevoel van wil hebben ontwikkeld, Ik wil mezelf, komt wat we een vreselijk gevoel van isolatie kunnen noemen, van hulpeloos zijn, het oproepen van de verlangen om uit die staat te ontwaken, gewoon zichzelf te willen, naar het vermogen van transformatie opnieuw. Terwijl we rusten in de fysieke droom, zorgen andere krachten ervoor dat we wakker worden; We hoeven niet voor onszelf te zorgen. In de elementaire wereld, wanneer we ons in de droomtoestand bevinden van gewoon onszelf willen, zijn we genoodzaakt onszelf in de staat van transformatie te brengen, dat wil zeggen, het verlangen om wakker te worden Het is de behoefte om hulpeloos te voelen.

Van dit alles zie je hoe verschillend de omstandigheden zijn van het ervaren van jezelf in de elementaire wereld, van jezelf daar waarnemen, van die van de fysieke wereld. Je kunt ook beoordelen hoe noodzakelijk het is om keer op keer ervoor te zorgen dat helderziend bewustzijn, dat van de ene wereld naar de andere overgaat, zich correct aanpast aan de eisen van elke wereld en niet transporteert tijdens het oversteken de drempel, het gebruik van elkaar. De versterking en stimulering van het zieleleven vormen derhalve de voorbereiding die we vaak hebben beschreven als noodzakelijk voor de ervaring van de overgevoelige werelden.

Wat vooral sterk en krachtig moet worden gemaakt, zijn de ervaringen van de ziel die we het bij uitstek morele kunnen noemen. Deze worden afgedrukt als kwaliteiten van de ziel in de stevigheid van karakter en vastberaden innerlijke rust. De innerlijke moed en stevigheid van het karakter moeten zeer speciaal worden ontwikkeld, omdat we door de zwakheid van het karakter het hele leven van de ziel verlammen, wat dan niet effectief zou zijn in de elementaire wereld; We moeten dit vermijden als we daar een echte en correcte ervaring hopen te hebben. Niemand die werkelijk bereid is kennis te verwerven in de hogere werelden zal niet langer belang hechten aan het versterken van morele krachten onder alle andere krachten die de ziel helpen die werelden binnen te gaan. Een van de meest schandelijke fouten wordt toegeschreven aan de mensheid wanneer iemand durft te zeggen dat helderziendheid moet worden verworven zonder aandacht te schenken aan de versterking van het morele leven. Voor eens en voor altijd moet worden benadrukt dat wat ik in mijn boek heb beschreven Hoe Kennis van de Hogere Werelden te bereiken als de ontwikkeling van de lotusbloemen die in het spirituele lichaam van een helderziende student kristalliseren, daadwerkelijk kan plaatsvinden zonder te nemen Het rekent op de steun van morele kracht, maar het zou zeker niet op die manier moeten worden gedaan.

De lotusbloemen moeten er zijn als iemand de kracht van transformatie wil hebben. Dat vermogen ontstaat wanneer de bloemen hun bloembladen ontvouwen in een beweging buiten de mens, om de spirituele wereld te kunnen begrijpen en zich eraan te houden. Wat een persoon ontwikkelt als het vermogen om zichzelf te transformeren, komt tot uitdrukking in het helderziende visioen bij het ontplooien van de lotusbloemen. Wat je kunt krijgen van een versterkt ego-gevoel wordt interne stevigheid; We kunnen het een kolom noemen. Deze twee moeten dienovereenkomstig worden ontwikkeld, de lotusbloemen zodat je jezelf kunt transformeren, en een kolom zodat je een versterkt ego kunt laten zien in de elementaire wereld.

Zoals ik gisteren in de conferentie heb gezegd, wat zich op een spirituele manier ontwikkelt, kan leiden tot een hogere orde van deugden in de spirituele wereld, maar als dit naar de verstandige wereld wordt toegelaten, kan het de vreselijkste ondeugden veroorzaken. Hetzelfde gebeurt met de lotusbloemen en de elementaire kolom. Al practicar determinados métodos es posible también despertar las flores de loto y la columna sin esperar conseguir la firmeza moral –pero esta consciencia clarividente no es recomendable-. No es simplemente una cuestión de obtener algo en los mundos superiores, sino de conocer lo que está involucrado. En el momento en el que atravesamos el umbral al mundo espiritual, nos aproximamos a los seres luciféricos y ahrimánicos, de los que ya hemos hablado; aquí nos los encontramos de una manera bastante diferente de cualquier confrontación que pudiéramos tener en el mundo físico. Tendremos la extraordinaria experiencia de que tan pronto como cruzamos el umbral, es decir, tan pronto como hemos desarrollado las flores de loto y la columna, veremos los poderes luciféricos viniendo hacia nosotros con la intención de agarrar las flores de loto. Extienden sus tentáculos hacia nuestras flores de loto; debemos haberlas desarrollado de la manera adecuada para poder usar las flores de loto para agarrar y comprender los sucesos espirituales de tal forma que no sean agarradas por los poderes luciféricos. Es posible evitar que sean agarradas por estos poderes únicamente ascendiendo al mundo espiritual con fuerzas morales firmemente establecidas.

Ya he mencionado que en el mundo físico sensible las fuerzas ahrimanicas se nos aproximan más desde fuera, las luciféricas más desde dentro del alma. En el mundo espiritual sucede lo contrario: los seres luciféricos vienen de fuera y tratan de tomar el control de las flores de loto, mientras que los seres ahrimanicos vienen desde dentro y se establecen tenazmente dentro de la columna. Si nos hemos elevado al mundo espiritual sin el soporte de la moralidad, los poderes luciféricos y ahrimánicos forman una extraordinaria alianza entre ellos. Si hemos ido a los mundos superiores llenos de ambición, vanidad, orgullo o con deseo de poder, Ahriman y Lucifer tendrán éxito en formar una sociedad entre ellos. Usaré una imagen para describir lo que hacen, pero esta imagen corresponde a la situación real y comprenderéis que lo que estoy indicando realmente tiene lugar: Ahriman y Lucifer forman una alianza; juntos atan las flores de loto a la columna elemental. Cuando todos los pétalos están atados a la columna, el ser humano está atado en sí mismo, encadenado de sí mismo por medio de sus flores de loto fuertemente desarrolladas y la columna. Los resultados de esto serán el comienzo del egoísmo y el amor al engaño hasta un grado que sería imposible permanecer normalmente en el mundo físico. Así vemos lo que puede suceder si la consciencia clarividente no está desarrollada de la manera correcta: la alianza de Ahriman y Lucifer a través de la cual los pétalos de las flores de loto son atados a la columna elemental, encadenando a una persona a sí misma por medio de sus propias capacidades elementales o etéricas. Estas son las cosas que debemos saber si deseamos penetrar con los ojos abiertos y con comprensión en el mundo espiritual real.

Los Secretos del Umbral – Conferencia IV

El alma, al volverse clarividente, progresará más, más allá del mundo elemental que hemos estado describiendo en estas conferencias, y penetrará en el mundo espiritual real. Al ascender a este mundo superior, el alma debe tener en cuenta incluso más enérgicamente lo que ya ha sido indicado. En el mundo elemental hay muchos sucesos y fenómenos rodeando al alma clarividente que la recuerdan las características, las fuerzas, y toda clase de cosas del mundo sensible, pero al ascender al mundo espiritual, el alma encuentra los sucesos y seres completamente distintos. Las capacidades y puntos de vista que podía seguir en el mundo sensible han de ser elevados hasta un grado mucho mayor. Es terriblemente inquietante confrontar un mundo al que el alma no está acostumbrada en absoluto, dejando todo atrás todo lo que ha sido capaz de experimentar y observar hasta ahora. Sin embargo, cuando miráis mis libros Teosofía o Ciencia Oculta o si recordáis la reciente representación de las Escenas Cinco y Seis de El Despertar del Alma, se os ocurrirá que las descripciones del mundo espiritual real que allí hay, las descripciones científicas así como las pictórico-escénicas, usan imágenes tomadas con toda seguridad –se podría decir– de impresiones y observaciones del mundo físico sensible.

Recordad por un momento cómo es descrito el viaje a través del Devachán o la tierra del Espíritu, como yo la llamé. Encontraréis que las imágenes usadas tienen las características de la percepción sensorial. Esto es, por supuesto, necesario si uno se propone ponerse en el escenario de la región del espíritu, por la que el ser humano pasa entre la muerte y un nuevo nacimiento. Todos los acontecimientos deben ser representados por imágenes tomadas del mundo físico sensible. Podéis fácilmente imaginar que los tramoyistas hoy en día no sabrían qué hacer con la clase de decorados que uno podría traer inmediatamente del mundo espiritual, al no tener nada en común con el mundo sensible. Uno además se enfrenta a la necesidad de describir la región del espíritu con imágenes seleccionadas de la observación sensorial. Pero hay mucho más en relación con este aspecto.

Podríais muy bien creer que para representar este mundo cuyas características son completamente diferentes del mundo sensible, uno tiene que ayudarse con la dificultad de las imágenes perceptibles sensorialmente. Este no es el caso. Cuando el alma que se ha hecho clarividente entra en el mundo espiritual, realmente verá el paisaje como el escenario exacto de aquellas dos escenas de la “Región del Espíritu” en El Despertar del Alma . No están elaboradas simplemente para representar algo que es completamente distinto; el alma clarividente está realmente en tal escenario y rodeado por él. Igual que el alma rodeada en el mundo físico sensible por un paisaje de rocas, montañas, bosques y campos debe tomarlos como reales si es saludable, el alma clarividente, también, fuera de los cuerpos físico y etérico puede observarse a sí misma rodeada en la misma manera exacta por un paisaje formado por estas imágenes. De hecho, las imágenes no han sido escogidas al azar; en realidad son el entorno real del alma en este mundo. Las Escenas Cinco y Seis de El Despertar del Alma no sucedieron exactamente de esta manera porque cualquier cosa de un mundo desconocido tuvo que ser expresado y además la cuestión considerada fue, “¿Cómo puede ser hecho?” No, este mundo representado aquí es el mundo rodeando al alma que hasta cierto grado simplemente se forma como una imagen.

Sin embargo, es necesario para el alma clarividente entrar en correcta relaci n con la verdadera realidad del mundo del esp ritu, la tierra del esp ritu que no tiene absolutamente nada que ver con el mundo sensible. Tendr is alguna idea de la relaci n con el mundo espiritual que el alma ha de adquirir de una descripci n de c mo el alma puede llegar a una comprensi n de aquel mundo. Suponed que abr s un libro. En la cabecera encontr is una l nea inclinada desde arriba a la izquierda hasta abajo a la derecha, despu s una l nea inclinada desde abajo a la izquierda hasta arriba a la derecha, otra l nea paralela hasta la primera y despu s otra paralela a la segunda; despu s vienen dos l neas verticales, la segunda m s corta que la primera y conectada en lo alto con su centro; finalmente vienen dos l neas verticales iguales unidas juntas en la parte superior. Vosotros no vais a trav s de todo esto cuando abr s un libro y mir is lo primero que all hay, o no? Le is la palabra cuando . No describ s la a como l neas y la o como un c rculo completo, y as sucesivamente; simplemente le is. Cuando mir is las formas de las letras delante de vosotros, entr is en relaci n con algo que no est impreso en la p gina, sin embargo, os es indicado por lo que hay en aquella p gina.

Sucede precisamente lo mismo con la relaci n del alma con el mundo de im genes de la regi n espiritual . Lo que el alma debe hacer no es simplemente describir lo que all hay, ya que es mucho m s parecido a leer. Las im genes ante uno son de hecho una escritura c smica, y el alma obtendr la actitud interna correcta al reconocer que este mundo de im genes tejido como un velo ante el mundo espiritual est all para mediar, para manifestar la verdadera realidad de aquel mundo. De ah que en verdadero sentido de la palabra podamos hablar de leer la escritura c smica en la regi n espiritual.

Uno no se podr a imaginar que aprender a leer esta escritura c smica sea parecido a aprender a leer en el mundo f sico. Leer hoy est basado m so menos en la relaci n de signos arbitrarios con su significado. Aprender a leer como tenemos que hacer con tales letras arbitrarias es innecesario al leer la escritura c smica que hace su aparici n como un poderoso retablo, expresando el mundo espiritual al alma clarividente. Uno s lo tiene que asimilar con un ser interno abierto, imparcial, lo que se muestra como un decorado de im genes, porque lo que uno est experimentando all es verdadera lectura. El significado mismo se puede decir que fluye de las imágenes. Puede además suceder que cualquier clase de interpretación de las imágenes del mundo espiritual como ideas abstractas es más un estorbo que una ayuda al dirigir el alma hacia lo que yace detrás de la escritura oculta. Por encima de todo, como describí en Teosofía y en las escenas de El Despertar del Alma, es importante permitir que las cosas trabajen libremente sobre uno, Con los profundos poderes internos de uno mismo viniendo a veces de una manera misteriosa a la consciencia, allí habrán sido ya conjeturas de un mundo espiritual. Para recibir tales pistas, no es ni siquiera necesario esforzarse por la clarividencia –tened esto bien presente-. Sólo es necesario mantener la mente y el alma receptivos a tales imágenes, sin ponerse en contra de ellas de una manera insensible, materialista, diciendo, “¡Todo esto son tonterías; no existen tales cosas!” Una persona con una actitud receptiva que sigue el movimiento de esas imágenes aprenderá a leerlas. A través de la devoción del alma hacia las imágenes, surgirá la comprensión necesaria para entender el mundo espiritual.

Lo que he descrito es un hecho real –por eso las numerosas objeciones a la ciencia espiritual provienen de un punto de vista materialista actual-. En general, estas objeciones son sobre todo bastante obvias, después, también, pueden ser muy inteligentes y aparentemente bastante lógicas. Alguien como Ferdinand Fox, (11) que es considerado tan supremamente inteligente no solo por los seres humanos sino también, con mucha razón, por Ahriman mismo, puede decir, “ Oh sí, Steiner, describes la conciencia clarividente y hablas sobre el mundo espiritual, pero es simplemente una colección de retazos y de pedazos de imágenes sensibles. ¿Cómo puedes afirmar –a la vista de todo ese decorado abarrotado de imágenes físicas unidas bien conocidas– que deberíamos experimentar algo nuevo de ello, algo que no podemos imaginar sin aproximarnos al mundo espiritual? "

Esa objeción es una que confundirá a mucha gente; está planteada desde del punto de vista de la consciencia de la actualidad aparentemente con una cierta justificación, de hecho incluso con total justificación. Sin embargo cuando profundizáis en objeciones tales como estas de Ferdinand Fox, descubriréis el camino a la verdad: La objeción que acabamos de oír se parece mucho a lo que una persona podría decir a alguien abriendo una carta; “ Bien, sí, has recibido una carta, pero no hay en ella sino letras del alfabeto y palabras que ya conozco. ¡No oirás nada nuevo de todo eso! ” No obstante, a través de lo que hemos sabido durante mucho tiempo quizás seamos capaces de aprender algo con lo que nunca hubiéramos soñado antes. Este es el caso del decorado de imágenes, que no sólo tiene que encontrar su camino hasta la escena de la representación del Drama de Misterios sino también revelarse en todo aspecto a la consciencia clarividente. Hasta cierto punto está compuesto de imágenes del recuerdo del mundo sensible, pero en su apariencia como escritura cósmica representa algo que el ser humano no puede experimentar ni en el mundo sensible ni en el mundo elemental. Debería recalcarse una y otra vez que nuestra relación con el mundo espiritual debe compararse con la lectura y no con la visión directa.

Si un hombre en la tierra, que se ha hecho clarividente, quiere comprender los objetos y fenómenos del mundo sensible y mirarlos con una actitud sana, saludable, debe observarlos y describirlos de la forma más exacta posible, pero su relación con el mundo espiritual debe ser diferente. Tan pronto como da un paso a través del umbral, ha de hacer algo que se parece mucho a leer. Si miramos lo que ha de ser reconocido en este reino del espíritu por nuestra vida humana, hay ciertamente algo más que puede demoler el argumento de Ferdinand Fox. Sus objeciones no deberían ser tomadas a la ligera, ya que si deseamos comprender la ciencia espiritual de la manera correcta, deberíamos evaluar tales objeciones correctamente. Debemos recordar que hoy mucha gente no puede evitar hacer objeciones, pues sus ideas y hábitos de pensamiento les dan el atroz miedo de permanecer en el borde de la nada cuando oyen hablar del mundo espiritual; por eso lo rechazan.

Esta relación de un ser humano moderno con el mundo espiritual puede ser mejor comprendida al descubrir lo que alguien bastante bienintencionado piensa sobre ella. Ha aparecido recientemente un libro que merece la pena leer incluso por aquellos que han adquirido una verdadera comprensión del mundo espiritual. Fue escrito por un hombre con buenas intenciones y al que le encantaría adquirir conocimiento del mundo espiritual, Maurice Maeterlinck; (12) ha sido traducido con el título Concerning Death (Acerca de

la Muerte ) . En sus primeros capítulos el autor demuestra que quiere comprender estos asuntos. Sabemos que hasta cierto punto es una persona perspicaz y sensible que ha permitido ser influenciado por Novalis, entre otros, que se ha especializado algo en misticismo Romántico y que ha conseguido muchas cosas muy interesantes –teórica y artísticamente– en lo que respecta a la relación de los seres humanos con el mundo suprasensible. Por tanto como ejemplo es particularmente interesante.

Bien en los capítulos de Concerning Death (Acerca de

la Muerte ) en los que Maeterlinck habla de la relación real del ser humano con el mundo espiritual, su libro se torna completamente absurdo. Es un fenómeno interesante que un hombre con buenas intenciones, usando los modelos de pensamiento de hoy en día, se convierta en un tonto. No pretendo que esto sea un reproche o crítica sino sólo caracterizar objetivamente cuán estúpida puede llegar a ser una persona con buenas intenciones cuando desea considerar la conexión del alma humana con el mundo espiritual. Maurice Materlinck no tiene ni la menor idea de que haya una posibilidad de fortalecer y vigorizar el alma humana de tal forma que pueda desprenderse de todo lo obtenido a través de la observación sensorial y del pensamiento, sentimiento y voluntad normales del plano físico e incluso del mundo elemental. Para las mentes como la de Materlinck, cuando el alma deja detrás todo lo relacionado con la observación sensorial y el pensamiento, sentimiento y voluntad relacionados con ésta, simplemente no queda nada. Además en su libro Maeterlinck pide pruebas y hechos del mundo espiritual. Es por supuesto razonable requerir pruebas del mundo espiritual y tenemos derecho a hacerlo –pero no como Maeterlinck las pide-. A él le gustaría tener pruebas tan palpables como las dadas por la ciencia para el plano físico. Y como en el mundo elemental las cosas son aún una reminiscencia del mundo físico, incluso accedería a ser convencido de la existencia del mundo espiritual por medio de experimentos copiados de los experimentos físicos. Eso es lo que demanda. Demuestra con esto que no tiene ni la comprensión más rudimentaria del verdadero mundo espiritual, ya que quiere demostrar, mediante métodos prestados del mundo físico, cosas y procesos que no tienen nada que ver con el mundo sensible. La verdadera tarea es demostrar que pruebas del mundo espiritual tales como las que exige Maeterlinck son imposibles.

He comparado frecuentemente esta petición de Maurice Maeterlinck con algo que ha sucedido en el ámbito de las matemáticas. En una ocasión los departamentos de Matemáticas de la universidad estaban continuamente recibiendo tratados sobre la llamada cuadratura del círculo. La gente trataba continuamente de demostrar geométricamente cómo el área de un círculo podía ser transformada en un cuadrado. Hasta muy recientemente un infinito número de periódicos han estado escribiendo sobre la materia. Pero hoy sólo un aficionado de poco nivel surgiría con un tratado sobre esto, ya que se ha demostrado concluyentemente que la cuadratura geométrica del círculo no es posible.

Lo que Maeterlinck pide como prueba del mundo espiritual no es sino la cuadratura del círculo transferida a la esfera espiritual y eso está tan fuera de lugar como lo otro en el ámbito de las matemáticas. ¿Qué está pidiendo realmente? Si sabemos que tan pronto como cruzamos el umbral al mundo espiritual, estamos en un mundo que no tiene nada en común con el mundo físico o incluso con el mundo elemental, no podemos pedir “Si quieres demostrarme algo de esto, por favor vuelve al mundo físico y por mediante medios físicos demuéstrame las cosas del mundo espiritual”. Podríamos muy bien aceptar el hecho de que en todo lo concerniente a la ciencia espiritual obtendremos de las personas con la mejor intención la clase de absurdos que – trasladados a la vida ordinaria – se mostrarían inmediatamente absurdos. Sería como si alguien quisiera que un hombre se pusiera cabeza abajo ya la vez siguiera andando con los pies. Si alguien pidiera eso todo el mundo se dar a cuenta de lo absurdo que es. Sin embargo, cuando alguien pide el mismo tipo de cosa en relaci n con las pruebas del mundo espiritual, es inteligente, es un derecho cient fico. Su autor no descubrir su idiotez as como ninguno de sus seguidores, especialmente cuando el autor es una persona c lebre. El gran error surge del hecho de que aquellos que hacen tales peticiones nunca han entendido claramente la relaci n del hombre con el mundo espiritual.

Si alcanzamos conceptos que s lo pueden ser obtenidos en el mundo espiritual a trav s de la consciencia clarividente, normalmente se encontrar n con una gran oposici n por parte de gente como Ferdinand Fox. Todos los conceptos que hemos de adquirir, por ejemplo, sobre la reencarnaci n, es decir, los verdaderamente genuinos recuerdos de vidas anteriores sobre la tierra, hemos de obtenerlos necesariamente mediante una determinada actitud del alma hacia el mundo espiritual, ya que s lo de ese mundo podemos obtener tales conceptos. Cuando hay impresiones, ideas, im genes mentales en el alma que apuntan a una vida anterior sobre la tierra, estar n especialmente sujetas al antagonismo de nuestros tiempos. Por supuesto, no puede negarse que justo en estos conceptos es donde se obtiene la peor estupidez; mucha gente tiene esta o aquella experiencia e inmediatamente la relacionan con esta o con aquella encarnaci n previa. En tales casos es f cil para nuestros oponentes decir: Oh s, lo que sea que deambule en tu psique son en realidad im genes de experiencias que has tenido en esta vida entre el nacimiento y la muerte s lo que no las reconoces . Ese es ciertamente el caso cientos de veces, pero deber a quedar claro que un investigador espiritual tiene criterio sobre estas cosas. Puede suceder realmente que algo que le sucede a una persona en su ni ez o juventud vuelve a la consciencia completamente transformado en una etapa posterior; entonces quiz s porque la persona no lo reconoce, lo toma como una reminiscencia de una vida anterior en la tierra. Bien puede ser ese el caso. Sabemos dentro de nuestros c rculos antropos ficos con cuanta facilidad puede suceder. Ver is, los recuerdos pueden formarse no solo de lo que uno ha experimentado claramente, tambi n se puede tener una impresi n que pasa tan r pidamente que no llega completamente a la consciencia ya n as puede regresar m s tarde como un recuerdo distinto. Una persona si no es lo suficientemente cr tica puede entonces jurar que esto es algo en su alma que nunca fue experimentado en su vida actual. Es as comprensible que tales impresiones causen toda la estupidez en gente que ha estado entreteni ndose, pero no con la suficiente seriedad, con la ciencia espiritual. Esto sucede principalmente en el caso de la reencarnaci n, en la que tanta vanidad y ambici n se ven envueltas. Para muchas personas es una idea encantadora haber sido Julio Cesar o Maria Antonieta en una vida anterior. He conocido en mi vida al menos a veinticinco o veintis is Mar a Magdalena! El investigador espiritual mismo tiene buenas razones para llamar la atenci n sobre la malicia que puede ser provocada en todo esto. Debo resaltar, sin embargo, algo m s.

En la verdadera clarividencia, las impresiones de una vida anterior sobre la tierra aparecerán de una manera característica, de tal modo que un alma verdadera y saludablemente clarividente las reconocerá definitivamente como lo que son. Sabrá sin ningún género de dudas que estas impresiones no tienen nada que ver son las que pueden surgir de la vida actual entre el nacimiento y la muerte. Ya que los verdaderos recuerdos, los auténticos recuerdos de vidas anteriores en la tierra que provienen de la clarividencia exclusivamente, son tan asombrosos que es imposible que el alma los pueda hacer surgir de sus profundidades conscientes o inconscientes por ningún método humanamente posible. Los estudiantes de la ciencia espiritual deben llegar a saber qué experiencias del alma la llegan desde el exterior. No son sólo los deseos, que ciertamente juegan un gran papel cuando las impresiones son pescadas en las desconocidas aguas del alma en una forma cambiada, de tal forma que no las reconocemos como experiencias de la vida actual; hay una interacción de muchas otras. Pero las más abrumadoras percepciones de las anteriores vidas en la tierra son fáciles de distinguir de las impresiones de la vida actual. Para poner un ejemplo: una persona que reciba una verdadera impresión de una vida anterior experimentará internamente, por ejemplo, lo siguiente, surgiendo de las profundidades del alma: “Fuiste en tu vida anterior tal y cual persona”. Y en el momento en que esto ocurre, encontrará que, externamente, en el mundo físico, no puede hacer uso en absoluto de tal conocimiento. Puede ayudarle en su desarrollo pero como norma tiene que decirse a sí mismo: “¡Mira eso: en tu encarnación previa tuviste este talento especial!”. Sin embargo, en el momento en que uno recibe tal impresión, ya se es demasiado viejo como para hacer algo con ella. La situación siempre será similar, demostrando que las impresiones no pueden surgir de la vida actual, ya que si comenzaste a partir del sueño ordinario o la fantasía, te dotarías de cualidades bastante diferentes en una encarnación anterior. Como uno era en una vida anterior es algo que normalmente no podemos imaginarnos, ya que normalmente es lo contrario de lo que podríamos esperar. La auténtica realidad de una impresión surgiendo a través de la verdadera clarividencia puede mostrar de una u otra forma nuestra relación con otra persona en la tierra. Sin embargo, debemos recordar que se describen muchas encarnaciones previas a través de la clarividencia incorrecta, relacionándonos con nuestros amigos cercanos y nuestros enemigos; esto son en su mayor parte tonterías. Si la percepción que recibes es verdaderamente genuina, te mostrará una relación con una persona a la que es imposible en la actualidad acercarse a ella. Estas cosas no pueden ser aplicadas directamente a la vida práctica.

Enfrentados con impresiones como estas, hemos de desarrollar el estado de ánimo necesario para la consciencia clarividente. Naturalmente, cuando uno tiene la impresión, “Estoy conectado de una manera especial con esta persona”, la situación debe ser resuelta en la vida; a través de la impresión uno podría entrar de nuevo en alguna clase de relación con esa persona. Pero eso sólo puede suceder en una segunda o tercera vida terrestre. Uno debe tener un estado de ánimo capaz de esperar pacientemente, un sentimiento que puede ser descrito como una verdadera calma interior del alma y placidez de espíritu. Esto contribuirá a que juzguemos correctamente nuestra experiencia en el mundo espiritual.

Cuando queremos aprender algo sobre otra persona en el mundo físico, nos ponemos a ello en cualquier forma que sea necesaria. Pero no podemos hacer esto con la impresión que exige tranquilidad espiritual, calma del alma, y paciencia. La actitud del alma hacia las auténticas impresiones del mundo espiritual son descritas correctamente diciendo,

Esforzarse por nada – esperar en pacífica tranquilidad,

el ser interno repleto de expectación.

(El Despertar del Alma, Escena 3).

En un cierto aspecto este estado de ánimo debe manar sobre la vida del alma toda para aproximarse de la manera correcta a las experiencias clarividentes en el espíritu.

Los Ferdinand Fox, sin embargo, no son siempre fáciles de refutar, incluso cuando surgen percepciones internas de las que uno puede decir, “No es humanamente posible para el alma con sus fuerzas y hábitos adquiridos en la vida terrestre actual crear en la imaginación lo que está surgiendo de sus profundidades; por el contrario, si hubiera sido decisión del alma hubiera imaginado algo bastante diferente.” Incluso cuando uno es capaz de señalar la segura señal de las verdaderas y auténticas impresiones espirituales, un super-inteligente Ferdinand Fox puede venir y plantear objeciones. Pero uno no encuentra las objeciones de aquellos que permanecen un tanto alejados de la ciencia del espíritu o de oponentes que no quieren saber nada de eso con las palabras, “El ser interno repleto de expectación”. Este es el modo correcto para aquellos que se aproximan al mundo espiritual, pero frente a las objeciones de oponentes, uno no debiera – como científico espiritual – simplemente esperar en expectación sino plantear uno mismo todas esas objeciones para saber exactamente cuáles son posibles.

Una de estas es fácil de entender hoy, y se puede encontrar en toda la literatura psicológica, psicopatológica y fisiológica y en los a veces eruditos tratados que se suponen científicos, como sigue: “Como la vida interna es tan complicada, hay bastantes cosas en el subconsciente que no surgen a la consciencia ordinaria”. Alguien que sea super-inteligente no sólo dirá: “Nuestros deseos y pasiones hacen surgir todo tipo de cosas de las profundidades del alma” sino que también dirá, “Cualquier experiencia de la psique ocasiona una resistencia secreta u oposición contra la experiencia. Aunque siempre experimentará esta reacción, una persona no sabe que es una regla. Pero puede elevar su camino del subconsciente a las regiones superiores de la vida del alma.” La literatura psicológica, psicopatológica y fisiológica admite lo siguiente, porque los hechos no pueden ser negados: Cuando alguien se enamora profundamente de otra persona, se ha de desarrollar en las profundidades inconscientes del alma, al lado del amor consciente, una terrible antipatía hacia el amado. Y el punto de vista de muchos psicopatólogos es que si alguien está verdaderamente enamorado, también hay odio en su alma. El odio está presente incluso si está cubierto por la pasión del amor.

Cuando tales cosas emergen de las profundidades del alma, dicen los Ferdinand Fox, son percepciones que muy fácilmente proporcionan la ilusión de no venir del alma del individuo involucrado y aún puede ser verdad, porque la vida del alma es muy compleja. A esto sólo podemos responder: ciertamente puede serlo; esto es tan conocido para el investigador espiritual como lo es para el psicólogo, psiquiatra o fisiólogo. Cuando nos labramos nuestro camino a través de toda la literatura mencionada anteriormente que trata de las condiciones saludables e insalubres de la vida del almam nos damos cuenta de que Ferdinand Fox es una persona real, una figura extremadamente importante de la época actual, al que nos encontramos por todas partes. No es ninguna invención. Tomad todos los abundantes escritos de nuestra época y según los estudiáis, obtenéis la impresión de que la extraordinaria cara de Ferdinand Fox está surgiendo de cada página que leéis. Parece tener hoy en día sus dedos sobre cada pastel científico. Para contrarrestarlo, debe recalcarse una y otra vez, y lo repito en este caso con alegría: demostrar que algo es realidad y no fantasía solo es posible a través de la experiencia de la vida misma. He dicho repetidamente: El capítulo de la filosofía de Schopenhauer que ve el mundo como una mera imagen mental y no distingue entre idea y percepción real puede ser contradicho sólo por la vida misma. El argumento de Kant, tambi n, en relaci n con la llamada prueba de la existencia de Dios, de que cien d lares imaginarios contienen los mismos peniques que cien d lares reales, ser demolido por cualquiera que trate de pagar sus deudas con d lares imaginarios y no reales.

Adem s el entrenamiento y la devoci n del alma hacia la clarividencia debe ser tomada como una realidad. No es un asunto de teorizaci n; hacemos surgir una vida en el reino del esp ritu por medio de aquello que podemos distinguir claramente de la verdadera impresi n de una vida anterior sobre la tierra de una impresi n que es falsa, de la misma manera podemos distinguir el calor de un hierro sobre nuestra piel de un hierro imaginario. Si reflexionamos sobre esto, comprenderemos que las objeciones de Ferdinand Fox sobre el mundo espiritual realmente no tienen ninguna importancia en absoluto, viniendo como vienen de gente que no dir, que no han entrado en el reino del esp ritu clarividentemente sino que nunca han tratado de comprenderlo.

Debemos siempre mantener en mente que cuando cruzamos el umbral del mundo espiritual, entramos en una regi n del universo que no tiene nada en com n con lo que los sentidos pueden percibir o con lo que experimentamos en el mundo f sico a trav s de la voluntad, el pensamiento, y el sentimiento. Tenemos que aproximarnos al mundo espiritual d ndonos cuenta de que toda nuestra habilidad para observar y comprender el mundo f sico sensible ha de ser dejada atr s. Refiri ndome a la percepci n en el mundo elemental, us una imagen que puede parecer grotesca, aquella de meter la cabeza en un hormiguero pero as es para nuestra consciencia en el mundo elemental. All los pensamientos que tenemos no concuerdan con todo con bastante pasividad; zambullimos nuestra consciencia en un mundo (en un mundo-pensamiento, podr amos llamarlo) que se arrastra y gatea con vida propia. Una persona tiene que mantenerse en pie con firmeza en su alma para resistir pensamientos que est n llenos de su propio movimiento. Incluso as, muchas cosas en este mundo elemental de pensamientos que se arrastran y reptan nos recuerdan al mundo f sico.

Cuando entramos en el mundo espiritual real, nada en absoluto nos recuerda al mundo f sico; all entramos en un mundo que describir con una expresi n utilizada en mi libro El Umbral del Mundo Espiritual : un mundo de seres de pensamiento vivos . Nuestro pensamiento en el mundo f sico se asemeja a im genes de sombras, sombras de pensamientos, cuya sustancia real encontramos en el mundo espiritual; esta sustancia de pensamiento forma los seres a los que nos podemos aproximar y en los que podemos entrar. Igual que los seres humanos en el mundo físico consisten en carne y hueso, estos seres del mundo espiritual consisten en sustancia de pensamiento. Ellos mismos son pensamientos, pensamientos reales, nada excepto pensamientos, aún así están vivos con un ser esencial interno; son seres vivos formados de pensamiento. Aunque podemos entrar dentro de su ser interno, no pueden realizar acciones como si tuvieran manos físicas. Cuando están activos, crean relaciones entre ellos mismos, y esto puede compararse con la encarnación en el mundo sensible de pensamientos en un discurso, un pálido reflejo de la realidad espiritual. Lo que hacen, lo que son, y la manera en que se afectan unos a otros, forma un lenguaje del espíritu. Un ser espiritual habla a otro; ¡el lenguaje del pensamiento es hablado en la esfera del espíritu! Sin embargo, este lenguaje del pensamiento en su totalidad no es sólo discurso sino que representa los actos del mundo espiritual también. Es al hablar cuando estos seres trabajan, se mueven y actúan.

Cuando cruzamos el umbral, entramos en un mundo en que los pensamientos son entidades, las entidades pensamientos; sin embargo, estos seres del mundo espiritual son mucho más reales que la gente de carne y hueso en el mundo sensible. Entramos en un mundo en que la acción consiste en conversación espiritual, donde las palabras se mueven, aquí, allí, y por doquier, donde algo ocurre porque ha sido pronunciado. Hemos de decir de este mundo espiritual y de los acontecimientos que allí suceden lo que se dice en

la Escena Tres de El Guardián del Umbral:

Todas las palabras de este lugar son actos

y más actos deben seguirles.

Toda la percepción oculta lograda para la humanidad por los iniciados de cada era podría contemplar el significado en una cierta esfera de esta conversación de espíritu que es al mismo tiempo acción del espíritu. Le fue dado el nombre característico, “

La Palabra Cósmica”.

Ahora observad que nuestro estudio nos ha traído al centro mismo del reino del espíritu, donde podemos contemplar estos seres y sus actividades. Sus múltiples voces, múltiples tonos, múltiples actividades, sonando al unísono, forman

la Palabra Cósmica en la que el ser de nuestra propia alma – ella misma Palabra Cósmica – comienza a sentirse como en casa, de tal forma que, sonando hacia adelante, nosotros mismos realizamos obras en el mundo espiritual. El término “Palabra Cósmica” usado durante pasadas épocas por todo el mundo expresan un hecho absolutamente verdadero de la tierra del espíritu. Para comprender su significado en el presente, sin embargo, hemos de aproximarnos a la unicidad del mundo espiritual de la manera que hemos tratado de describir en este estudio.

En las diversas épocas pasadas y pueblos antiguos, el conocimiento oculto ha hablado con mayor o menor comprensión de

la Palabra Cósmica; ahora, también, es necesario, si la humanidad no ha de ser devastada por el materialismo, alcanzar una comprensión de tales palabras sobre el mundo espiritual, del Drama de Misterios:

Todas las palabras de este lugar son actos

y más actos deben seguirles.

Es imperativo en nuestra época que cuando tales palabras son pronunciadas a partir del conocimiento del mundo espiritual, nuestras almas deberían sentir su realidad, deberían sentir que representan la realidad. Debemos ser conscientes de que esto es como una característica exacta del mundo espiritual como cuando al caracterizar el mundo físico sensible aplicamos imágenes sensorias ordinarias.

Hasta dónde nuestra época actual puede traer conocimiento sobre las palabras “Aquí en este lugar las palabras son actos y más actos deben seguirles” dependerán de cuán lejos llegue la ciencia espiritual y de cómo la gente hoy esté preparada para evitar la dominante fuerza del materialismo que de otro modo sumergirá a la civilización humana en el empobrecimiento, la devastación y la decadencia.

Volgende Artikel