Het werk van de spirituele hiërarchie, door de Tibetaanse meester Djwhal Khul

  • 2011

HOOFDSTUK III

HET WERK VAN DE HIERARCHIE

Hoewel het thema van de verborgen hiërarchie van de planeet een enorme en diepe interesse wekt bij de gewone man, zal de ware betekenis ervan echter pas worden begrepen als drie dingen over dit onderwerp worden herkend. Ten eerste, dat de hele hiërarchie van spirituele wezens een synthese van krachten of energieën vertegenwoordigt, die er bewust in geslaagd is om planetaire evolutie uit te voeren. Dit zal duidelijker worden naarmate we verder gaan. Ten tweede, verbinden deze krachten in ons planetaire systeem, door middel van de grote Persoonlijkheden waaruit de Hiërarchie bestaat, het systeem en alles wat het bevat, met de superieure Hiërarchie genaamd zonne-energie. Onze Hiërarchie is een miniatuurreplica van de belangrijkste synthese van deze zelfbewuste Entiteiten, die de Zon manipuleren en besturen en zich daardoor manifesteren en de zeven heilige planeten, en ook andere grote en kleine planeten, waaruit ons zonnestelsel bestaat. . Ten derde heeft deze hiërarchie van krachten vier overheersende actielijnen, die zijn:

Ontwikkel zelfbewustzijn in alle wezens.

De Hiërarchie probeert de adequate voorwaarden te bieden om zelfbewustzijn in alle wezens te ontwikkelen, zich dit eerst in de mens realiserend, door het initiële werk van het samenvoegen van de drie hogere aspecten van de geest met de lagere vier; bijvoorbeeld in dienst, in opoffering en in verzaking, en door de constante stroom van licht (esoterisch begrepen) die ervan uitgaat. De hiërarchie kan worden beschouwd als de verzameling krachten van het vijfde natuurrijk op onze planeet. Dit koninkrijk wordt bereikt door de volledige ontwikkeling en controle van het vijfde principe of de geest, en de transmutatie ervan in wijsheid, die letterlijk bestaat in het toepassen van intelligentie op alle staten van zijn, door het volledig bewust gebruik van het onderscheidende vermogen van liefde.

Ontwikkel bewustzijn in de drie lagere rijken.

Zoals bekend, kunnen de vijf natuurrijken in de evolutionaire boog als volgt worden gedefinieerd: mineraal, plant, dier, mens en spiritueel. Deze koninkrijken brengen een soort van bewustzijn met zich mee, en de taak van de Hiërarchie is om deze types tot in de perfectie te ontwikkelen, door de uitputting van karma, de werking van kracht en het voorzien in de juiste omstandigheden. We zullen een idee krijgen van deze taak als we een korte samenvatting maken van de verschillende aspecten van bewustzijn die zich in de verschillende rijken moeten ontwikkelen.

In het mineralenrijk is het werk van de Hiërarchie gewijd aan het ontwikkelen van discriminerende en selectieve activiteit. Een van de kenmerken van het onderwerp is het ontwikkelen van een type activiteit, en zodra die activiteit is gericht op de constructie van vormen, zelfs de meest rudimentaire, manifesteert het vermogen om te discrimineren. Dit wordt overal door wetenschappers erkend en daarbij benaderen ze de ontdekkingen van goddelijke wijsheid.

In het plantenrijk wordt aan dit onderscheidingsvermogen het vermogen toegevoegd om te reageren op de gewaarwording, waarbij de elementaire toestand van het tweede aspect van de goddelijkheid wordt opgemerkt, net zoals in het mineralenrijk een soortgelijke rudimentaire weerspiegeling wordt waargenomen, van het derde aspect van activiteit.

In het dierenrijk worden rudimentaire activiteiten verhoogd en worden symptomen (als het zo kan worden gezegd) van het eerste aspect, of embryonaal doel en wil, gevonden. We zouden het erfelijk instinct kunnen noemen, maar het fungeert echt als het doel van de natuur.

Met grote wijsheid zei HP Blavatsky dat de mens de macrokosmos is voor de drie lagere rijken, omdat in hem deze drie ontwikkelingslijnen worden gesynthetiseerd en hun volledige bloei bereiken. In waarheid en in feite is het actieve intelligentie en wonderbaarlijk gemanifesteerd. Het is beginnende liefde en wijsheid, hoewel ze niet meer zijn dan het doel van hun inspanningen; Hij bezit die embryonale, dynamische, initiërende wil, die zijn volledige ontwikkeling zal bereiken nadat hij het vijfde koninkrijk is binnengegaan.

In het vijfde koninkrijk is het te ontwikkelen geweten dat van de groep, en het manifesteert zich in de volledige bloei van het vermogen tot liefde-wijsheid. De mens doet niets anders dan in een hogere draai van de spiraal de taak van de drie lagere rijken herhalen, want in het mensenrijk manifesteert hij het derde aspect van actieve intelligentie. In het vijfde koninkrijk, waarin je de eerste inwijding ingaat, die de hele periode bestrijkt waarin de mens de eerste vijf inwijdingen ontvangt en fungeert als Meester en onderdeel van de Hiërarch a, de liefde- abidur Een tweede aspect komt tot zijn voltooiing. In de zesde en zevende inwijding schijnt het eerste aspect of de wil, en nadat hij een Meester van Mededogen en Heer van Liefde is, transformeert de adept in iets anders. Doordringt een geweten dat superieur is aan de groep, het bewustzijn van God, en wordt zich bewust van God. Dan komt hij in het bezit van de grote wil of het doel van de Logos.

Het bevorderen van de verschillende eigenschappen van goddelijkheid, het cultiveren van het zaad van zelfbewustzijn in alle wezens, is het werk van de Entiteiten die zijn gerealiseerd, het vijfde koninkrijk zijn binnengegaan en daar de grote beslissing en ondenkbare verzaking hebben genomen. In het planetaire systeem blijven, samenwerken met de plannen van de planetaire logo's op het fysieke vlak.

Verzend de wil van de planetaire logo's.

De Hiërarchie draagt ​​de mens en deva's of engelen over, de wil van de planetaire Logos en daardoor de wil van de zonnelogos. Elk planetair systeem, het onze als het andere, is een centrum in het lichaam van de Logos en vertoont een soort energie of kracht. Elk centrum drukt een speciaal type kracht uit dat in drievoudige vorm wordt aangetoond, en dus universeel alle drie aspecten van de manifestatie produceert. Een van de grote kennis die wordt opgedaan door degenen die het vijfde koninkrijk binnenkomen, is die van het specifieke type kracht dat onze planetaire logos omvat. De intelligente student moet nadenken over deze uitspraak, want deze bevat de sleutel tot veel feiten die momenteel in de wereld worden waargenomen. Het geheim van synthese is verloren gegaan, en alleen wanneer mannen terugkeren naar de kennis die ze in de lucht hadden vóór hen (gelukkig verwijderd in de Atlantische dagen) over het type energie Omdat ons systeem zich vandaag moet manifesteren, zullen menselijke problemen zichzelf oplossen en zal het ritme van de wereld stabiliseren. Dit zal nog niet gebeuren omdat dergelijke kennis gevaarlijk is en de race op dit moment geen groepsbewustzijn heeft en daarom niet vertrouwd kan worden om te werken, denken, projecteren en handelen. voor de groep De mens is nog steeds te egoïstisch, hoewel dit geen bron van ontmoediging is. Groepsbewustzijn is al meer dan een visie, terwijl broederschap en erkenning van zijn verplichtingen het bewustzijn van mensen beginnen binnen te dringen. Dat is het werk van de Hiërarchie van het Licht, om de mensen de ware betekenis van de broederschap te demonstreren en in hen de reactie op dat ideaal, latent in iedereen, te bevorderen.

Geef het voorbeeld voor de mensheid.

Het vierde punt dat mensen als een fundamentele realiteit moeten kennen en begrijpen, is dat deze Hiërarchie bestaat uit degenen die de materie hebben gezegevierd en het doel hebben bereikt via hetzelfde pad dat individuen vandaag volgen. Deze spirituele persoonlijkheden, adepten en meesters, hebben gevochten en geworsteld om overwinning en controle te verkrijgen op het fysieke vlak, en hebben te maken gehad met miasma's, nevels, gevaren, moeilijkheden, angsten en pijnen van het dagelijks leven. Ze hebben elke stap van het lijden vertrapt, ze hebben alle ervaringen meegemaakt, ze hebben alle moeilijkheden overwonnen en ze hebben gezegevierd. Deze oudere broeders van het ras hebben de kruisiging van het persoonlijke zelf ondergaan en zijn op de hoogte van het totale ontslag van de aspirant. Er is geen fase van doodsangst, geen volmaakt offer, geen Via Dolorosa waardoor ze niet zijn gepasseerd, en hierin ligt zijn recht om te dienen en de kracht van zijn eis. De methodes kennende van pijn, de diepte van zonde en lijden, kunnen Zijn methoden precies geschikt zijn voor individuele behoeften; maar tegelijkertijd is zijn begrip dat bevrijding zal worden verkregen door pijn, straf en lijden, en zijn greep dat bevrijding wordt verkregen door het offer van vorm, door zuiverende vuren, voldoende om hen te voorzien van een stevige steun en het vermogen om te volharden, zelfs wanneer de schijnbare vorm genoeg heeft geleden, en de liefde die alle obstakels overwint, is gebaseerd op geduld en ervaring. Deze oudere broeders van de mensheid worden gekenmerkt door een blijvende liefde, die altijd voor het welzijn van de groep handelt; door een kennis die in de loop van duizenden levens is opgedaan, gedurende welke zij zich van de bodem van het leven en de evolutie hebben begeven om bijna de top te bereiken; voor een ervaring gebaseerd op tijd zelf en een veelheid aan reacties en persoonlijkheidsinteracties; want een moed, het resultaat van die ervaring, die het product is geweest van tijden van mislukte inspanningen en hernieuwde inspanningen die uiteindelijk tot triomf hebben geleid, kan nu ten dienste van de race worden gesteld; voor een verlicht, intelligent en coöperatief doel, aangepast aan de groep en het hiërarchische plan en aangepast aan het doel van de planetaire logo's; Ten slotte worden ze gekenmerkt door hun kennis van de kracht van geluid. Het laatste is de basis van het aforisme volgens welke ware esoterici zich onderscheiden door het kenmerk van kennis, dynamische wil, moed en stilte: 'weten, willen, durven en zwijgen'. Als je het plan goed kent en een heldere en heldere visie hebt, kun je Zijn wil, vast en onmisbaar, toepassen op het scheppingswerk door de kracht van geluid. Dit leidt hen naar stilte waar de gewone man spreekt, en om te spreken waar de gewone man zwijgt.

Wanneer mensen de vier genoemde feiten begrijpen en ze als waarheden in het geweten van het ras hebben vastgesteld, kunnen we dan de terugkeer verwachten van de hemel van vrede, rust en gerechtigheid, voorspeld in alle geschriften van de wereld. Dan zal de Zon der gerechtigheid opkomen en genezing brengen op zijn vleugels, en vrede, voorbij alle begrip, zal heersen in de harten van mensen.

Wanneer het gaat om het werk van de verborgen hiërarchie, zal er in een boek dat aan het publiek is gewijd, veel onuitgesproken blijven. De gewone man voelt interesse en wordt nieuwsgierig wanneer hij over deze persoonlijkheden spreekt, omdat hij alleen voorbereid is op meer algemene informatie. Nieuwsgierigen gaan over op verlangen en proberen de waarheid te kennen zoals ze is, zullen meer informatie krijgen als ze zelf het nodige werk en studie hebben gedaan. Onderzoek is wenselijk en de mentale houding die naar verwachting dit boek wakker maakt, kan als volgt worden samengevat: Deze uitspraken lijken interessant en kunnen waar zijn. De religies van alle landen, inclusief de christelijke, geven aanwijzingen die deze ideeën blijkbaar bevestigen. Laten we ze accepteren als actieve hypothesen, met betrekking tot de voleinding van het evolutieproces van de mens en zijn prestaties om perfectie te bereiken. Laten we naar de waarheid kijken als een feit in ons eigen geweten. Elk religieus geloof legt het geloof bloot dat degenen die zoeken met ijver vinden wat ze zoeken, laten we daarom zoeken. Als we in ons onderzoek bewijzen dat deze verklaringen niets meer zijn dan visionaire dromen, zonder enig voordeel, die ons alleen maar naar de duisternis leiden, zullen we onze tijd niet hebben verspild, omdat we zullen weten waar we niet moeten kijken. Aan de andere kant, als ons onderzoek ons ​​geleidelijk naar bevestiging leidt, en het licht steeds duidelijker schijnt, laten we blijven bestaan ​​tot de dag aanbreekt en het licht dat in de duisternis schijnt het hart en de hersenen verlicht, dan de zoeker het zal ontwaken voor het begrip dat alle evolutie de neiging heeft om deze expansie van bewustzijn en deze verlichting te verlenen, en dat het bereiken van het inwijdingsproces en de toegang tot het vijfde koninkrijk geen hersenschim of fantasie is, maar een gevestigde realiteit in bewustzijn. Iedereen moet voor zichzelf zorgen. Degenen die weten, kunnen ervoor zorgen dat iets zo is of niet, en de bevestiging of de aankondiging van een theorie door een andere persoon geeft de onderzoeker niet meer dan een bevestigende indicatie. Elke ziel moet voor zichzelf vaststellen en in zichzelf ontdekken wat ze zoekt, altijd in gedachten houdend dat het koninkrijk van God intern is en dat feiten die bekend staan ​​als waarheden, binnen het individuele geweten, van waarde zijn. In de tussentijd kan wat velen op zichzelf kennen en als onbetwistbare waarheden hebben bewezen, hier worden blootgelegd, en zal de intelligente lezer de gelegenheid en de verantwoordelijkheid krijgen om zelf zijn waarheid of valsheid vast te stellen.

HOOFDSTUK IV

DE STICHTING VAN DE HIERARCHIE

Zijn verschijning op de planeet.

Dit boek gaat niet over de stappen die hebben geleid tot de oprichting van de Hiërarchie op de planeet, noch over de omstandigheden die aan de komst van die grote Wezens zijn voorafgegaan. Dit kan worden bestudeerd in andere westerse esoterische boeken en in de oosterse geschriften. Voor ons doel zal het voldoende zijn om te zeggen dat in het midden van het Lemurische tijdperk, ongeveer achttien miljoen jaar geleden, een grote gebeurtenis plaatsvond die onder andere de volgende ontwikkelingen teweegbracht: de planetaire logos van het aardeschema, een van de zeven geesten vóór de Troon, fysiek belichaamd en in de vorm van Sanat Kumara, de Ancient of Days en Lord of the World, daalde af naar deze dichte fysieke planeet en bleef sindsdien bij ons. Vanwege de maximale zuiverheid van zijn aard, en het feit dat hij vanuit de invalshoek van de mensheid vrij is van zonde en daarom niet in staat is om op iets op het fysieke vlak te reageren, kon hij geen dicht fysiek lichaam aannemen zoals het onze. en moet handelen in zijn etherische lichaam. Het is de grootste van de Avatars of 'van de Komende', omdat het een directe weerspiegeling is van de Grote Entiteit die leeft, ademt en handelt door alle evoluties van deze planeet, waarbij alles binnen Zijn aura of magnetische invloedssfeer blijft . In Hem leven, bewegen en hebben we ons wezen, en niemand kan verder gaan dan de straal van Zijn aura. Het is het Grote Offer, dat de glorie van de hoogten verliet, en ter wille van de kinderen van de evoluerende mannen, nam Hij zelf fysieke vorm aan en werd hij gemaakt naar de gelijkenis van de mens. Hij is de stille waarnemer, voor zover het onze mensheid betreft, hoewel letterlijk de planetaire logos zelf, op de hogere bewustzijnsniveaus waarin zij werkt, de ware stille waarnemer is voor zover het het planetaire schema betreft. Men zou kunnen zeggen dat de Heer van de Wereld, Initiator One, in verband met de planetaire Logos dezelfde plaats inneemt als de fysieke manifestatie van een Meester in relatie tot de monade van die Meester op het monadische gebied. In beide gevallen is de tussenliggende bewustzijnsstaat, die van het ego of het hogere zelf, vervangen en wat we zien en weten is de directe zelfgeschapen manifestatie van de zuivere geest. Hier is het offer. Er moet aan worden herinnerd dat er in het geval van Sanat Kumara een enorm verschil in graad is, omdat zijn evolutiestadium geavanceerder is dan dat van een adept, zoals de adept met betrekking tot de dierlijke mens. Dit wordt in het volgende hoofdstuk uitgebreid.

Samen met de Ancient of Days kwam een ​​groep andere hoog ontwikkelde entiteiten, die zijn eigen individuele karmische groep vertegenwoordigen en die wezens die het resultaat zijn van de drievoudige aard van de planetaire logos. Je zou kunnen zeggen dat ze de krachten belichamen die afkomstig zijn van de coronaire, cardiale en laryngeale centra. Ze kwamen met Sanat Kumara aan om focal points van planetaire kracht te vormen en te helpen bij het grote plan voor de zelfbewuste ontwikkeling van al het leven. Hun plaatsen zijn geleidelijk bezet door de mensenzonen, omdat ze daarvoor zijn opgeleid, hoewel er tot nu toe maar heel weinig zijn in onze onmiddellijke aardse mensheid. Degenen die de interne groep vormen die de Heer van de Wereld omringt, werden voornamelijk gewonnen uit de gelederen van degenen die werden ingewijd in de maanketen (de evolutiecyclus die aan de onze voorafging), of bepaalde zonne-energiestromen binnengingen, astrologisch bepaald uit andere planetaire systemen; hoewel het aantal mensen dat slaagt in onze mensheid snel toeneemt en de ondergeschikte posities inneemt van de centrale esoterische groep van Zes, die met de Heer van de Wereld het hart vormen van de hiërarchische inspanning.

Het onmiddellijke effect

Het resultaat van zijn komst, miljoenen jaren geleden, was geweldig, en de effecten ervan zijn nog steeds merkbaar, die als volgt kunnen worden opgesomd: de planetaire logo's mochten op zijn eigen plan een directere methode aannemen, om om de resultaten te bereiken, wilde Hij zijn plan ontwikkelen. Zoals bekend is het planetaire schema, met zijn dichte bol en zijn subtiele innerlijke ballonnen, voor de planetaire logos wat het fysieke lichaam en zijn subtiele lichamen zijn voor de mens. Daarom kan ter illustratie worden gezegd dat de incarnatie van Sanat Kumara een feit was dat analoog was aan de krachtige zelfbewuste controle die het ego van een mens op zijn voertuigen uitoefent, wanneer het noodzakelijke stadium van evolutie is bereikt. Er is gezegd dat in het hoofd van elke man zeven krachtcentra zijn verbonden met de andere centra van het lichaam, waardoor de kracht van het ego zich verspreidt en circuleert, waardoor het plan wordt ontwikkeld. Sanat Kumara handhaaft samen met de andere zes Kumara's een vergelijkbare positie. Deze zeven belangrijkste vormen voor hem wat de zeven centra van het hoofd voor het hele lichaam zijn. Ze zijn de leidende agenten en transmitters van energie, kracht, doel en wil van de planetaire Logos, op hun eigen gebied. Dit planetaire coronaire centrum werkt rechtstreeks door het hart en de larynxcentra en bestuurt daarom de resterende centra. Dit is een soort illustratie en de poging om de relatie van de Hiërarchie met zijn planetaire bron aan te tonen, evenals de nauwe analogie tussen de werkingsmethode Van een planetaire logos en mens, de microkosmos.

Het derde natuurrijk, het dierenrijk, had een relatief hoge graad van evolutie bereikt en de dierenmens was in bezit van de aarde; Hij was een wezen met een krachtig fysiek lichaam, een gecoördineerd astraal lichaam van sensatie en gevoel, en een rudimentaire geestesziekte, die op de een of andere manier de n zou kunnen vormen. Kern van een mentaal lichaam. Verlaten op eigen kosten voor lange eonen, zou de dierlijke mens uiteindelijk zijn geëvolueerd van het dier naar het mensenrijk, en een zelfbewuste, actieve en rationele entiteit zijn geworden, maar de traagheid van het proces wordt bewezen bij het bestuderen van de Bosjesmannen van Zuid-Afrika, de Sluiers van Ceylon en de hirsute ainos van Japan.

De beslissing van de planetaire logos om een ​​fysiek lichaam te nemen, stimuleerde buitengewoon het evolutieproces en, door zijn incarnatie en de methoden die hij gebruikte om de krachten te verdelen, produceerde, in een korte lucht, wat anders ondenkbaar traag zou zijn geweest. De kiem van de geest in de dierlijke mens werd gestimuleerd. De viervoudige lagere man,

a. het fysieke lichaam, in zijn dubbele, etherische en dichte capaciteit,

b. vitaliteit, vitale kracht of prana,

c. het astrale of emotionele lichaam,

d. de ontluikende kiem van de geest,

het werd gecoördineerd en gestimuleerd, en het werd een geschikte vergaarbak voor de toegang van zelfbewuste entiteiten, die spirituele triade (weerspiegeling van de wil, intuïtie of wijsheid) voor spirituele en hogere geesten) die precies lang op die aanpassing hadden gewacht. Het mensenrijk of het vierde koninkrijk ontstond en de zelfbewuste of rationele eenheid, de mens, begon zijn carrière.

Een ander gevolg van de komst van de Hiërarchie bestond uit een vergelijkbare ontwikkeling, hoewel minder bekend, in alle natuurrijken. In het mineralenrijk bijvoorbeeld, kregen sommige mineralen of elementen een extra stimulans en werden radioactief, en een mysterieuze chemische verandering vond plaats in het plantenrijk. Dit vergemakkelijkte de doorgang van het plantenrijk naar het dier, evenals de radioactiviteit van de mineralen vergemakkelijkte de doorgang van het plantenrijk naar de groente. Op termijn zullen de wetenschappers weten dat alle natuurrijken zich verenigen en doordringen wanneer de eenheden van die koninkrijken radioactief zijn. Maar het is niet nodig om hierover te wandelen. Het is voldoende een indicatie voor degenen die ogen hebben om te zien, en intuïtie om de betekenis van de termen te begrijpen, beperkt door een puur materiële connotatie.

Op de dagen van Lemurië, na de grote afdaling van het spirituele bestaan ​​naar de aarde, werd het werk dat ze projecteerden gesystematiseerd. Functies werden verdeeld en evolutieprocessen in alle sectoren van de natuur werden achtergelaten onder de wijze en bewuste leiding van deze oorspronkelijke Broederschap. Deze Hiërarchie van Broeders van het Licht bestaat vandaag en het werk gaat voortdurend door. Ze hebben allemaal een fysiek bestaan, of het nu fysieke fysieke lichamen zijn, zoals veel van de meesters, of etherische lichamen, zoals die welke worden gebruikt door de meest hulpoverschotten en de heer van de wereld. Het is noodzakelijk voor mensen om te onthouden dat ze fysiek bestaan ​​hebben, en ze moeten ook in gedachten houden dat ze bij ons op deze planeet wonen en hun bestemming beheersen, hun zaken leiden en al hun evoluties naar perfectie leiden. end.

Het hoofdkwartier van deze hiërarchie bevindt zich in Shamballa, een centrum in de Gobi-woestijn, in de oude boeken genoemd Isla Blan ca . Het bestaat in etherische materie en wanneer het mensenras de etherische visie op aarde heeft ontwikkeld, zal de locatie ervan bekend zijn en de realiteit ervan worden aanvaard. Deze visie ontwikkelt zich snel, zoals te zien is in de kranten en in de huidige literatuur, maar de locatie van Shamballa zal de laatste van de heilige etherische plaatsen zijn die zullen worden onthuld, omdat het om de tweede ether gaat. Verschillende meesters met fysieke lichamen wonen in de Himalaya op een afgelegen plek genaamd Shigatsé, ver weg van de mensen; maar de meeste van hen zijn verspreid over de hele wereld, en ze leven incognito, en vreemden op verschillende plaatsen en in verschillende naties, hoewel elk op zijn eigen plek een brandpunt vormt voor de energie van de Heer van de Wereld, die in zijn omgeving blijkt te zijn sfeer, een verdeler van de liefde en wijsheid van de godheid.

De opening van het portaal van inwijding.

Het is niet mogelijk om naar de geschiedenis van de Hiërarchie te verwijzen, gedurende de lange periodes van zijn werk, zonder enkele opmerkelijke gebeurtenissen uit het verleden te vermelden en zonder op bepaalde gebeurtenissen te wijzen. Gedurende de tijd, na de onmiddellijke oprichting ervan, was het werk traag en ontmoedigend. Duizenden jaren verstreken en menselijke rassen verschenen en verdwenen van de aarde, voordat het mogelijk was om, althans het werk van de ingewijden in de eerste graad, te delegeren aan de kinderen van evoluerende mannen. Maar midden in de loop van het vierde wortelras, de Atlantische, vond een gebeurtenis plaats die een verandering of innovatie in de hiërarchische methode noodzakelijk maakte. Sommige van zijn leden werden toegewezen aan superieur werk in een ander deel van het zonnestelsel, en dit leidde noodzakelijkerwijs tot de introductie, in grote aantallen, van hoog ontwikkelde eenheden van de menselijke familie. Om anderen toe te staan ​​om zijn plaats in te nemen, werden de minder belangrijke leden van de Hiërarchie bevorderd, waardoor er vacatures ontstonden in dergelijke posities. Daarom werden drie dingen besloten in de Chamber of the Lord of the World Council:

1. Sluit de deur waar dierenmensen het mensenrijk binnengingen en de monaden van de bovenste vlakken een tijdje geen vorm gaven. Vanwege de beperkingen van toen was het aantal eenheden van het vierde koninkrijk of het mensenrijk beperkt.

2. Open een andere deur voor die leden van de menselijke familie die bereid waren zich aan de nodige discipline te onderwerpen en de grote inspanningen te leveren die nodig waren, en hen in staat te stellen het vijfde of spirituele rijk binnen te gaan. Op deze manier zouden de rangen van de Hiërarchie kunnen worden gevuld met leden van de terrestrische mensheid, die daarvoor zijn opgeleid. Deze deur wordt het Portaal van Inwijding genoemd en blijft nog steeds open met dezelfde clausules die de Heer van de Wereld in de Atlantische dagen zal instellen. Deze clausules zullen in het laatste hoofdstuk van dit boek worden uiteengezet. De deur die bestaat tussen de mensen- en dierenrijken zal tijdens de volgende grote cyclus of "ronde" worden heropend, zoals in sommige boeken wordt vermeld; maar omdat er nog enkele miljoenen jaren zijn, zullen we er voorlopig niet voor zorgen.

3. Trek een goed gedefinieerde scheidingslijn tussen de twee krachten, die van materie en die van geest. De inherente dualiteit van alle manifestaties werd benadrukt, om de mens te leren zichzelf te bevrijden van de beperkingen van het vierde of mensenrijk en zo door te gaan naar het vijfde of spirituele koninkrijk. Het probleem van goed en kwaad, licht en duisternis, goed en kwaad, werd alleen gesteld ten behoeve van de mensheid, zodat mensen konden breken met de ketenen die de geest gevangen namen, waardoor spirituele bevrijding werd bereikt. Dit probleem bestaat niet in de rijken die ondergeschikt zijn aan die van de mens, noch voor hen die de mens hebben overstegen. De mens moet, door ervaring en pijn, de realiteit van de dualiteit van alle bestaan ​​leren. Nadat je het hebt geleerd, kies je wat het spirituele aspect betreft, volledig bewust van goddelijkheid, en focus je ook op dat aspect. Bij het bereiken van bevrijding, realiseert hij zich echt dat alles één is, dat geest en materie een eenheid zijn en dat er alleen is wat wordt gevonden in het bewustzijn van de planetaire Logos, en in bredere cirkels, in het bewustzijn van de Logos zon.

De hiërarchie profiteerde dus van het onderscheidende vermogen van de geest, een eigenschap die de mensheid kenmerkt, zodat de mens, door de paren van tegenstellingen in evenwicht te brengen, zijn doel bereikt en zijn weg terug vindt naar de oorsprong.

Deze beslissing leidde tot de grote strijd, kenmerkend voor de Atlantische beschaving, die culmineerde in de vernietiging, de vloed waarnaar alle Geschriften van de wereld verwijzen. De krachten van het licht en de krachten van de duisternis botsten met elkaar, en dit werd gedaan om de mensheid te helpen. De strijd duurt nog steeds voort en de laatste wereldoorlog was een heropleving ervan. Aan elke kant waren er twee groepen: zij die vochten voor een bepaald ideaal, zoals zij het zagen en geloofden dat dit het hoogste was, en zij die dit deden om materiële en egoïstische voordelen te verkrijgen. In de strijd tussen invloedrijke idealisten of materialisten werden velen gesleept en blind en onwetend gevochten en bijgevolg getroffen door rampspoed en rassenkarma.

Deze drie beslissingen van de Hiërarchie hebben en zullen een diepgaand effect hebben op de mensheid, maar de gewenste resultaten worden verkregen, omdat een grotere versnelling van het evolutieproces en een zeer belangrijk effect op het geestaspect van de mens al kunnen worden waargenomen.

Hier moet worden opgemerkt dat, handelend als leden van de Hiërarchie, er een groot aantal wezens zijn die door christenen engelen worden genoemd en deva's door oosterlingen. Velen van hen zijn al lang door het menselijke stadium gegaan en handelen nu in de gelederen van de grote evolutie, genaamd devische evolutie, parallel aan de mens. Deze evolutie omvat onder andere de bouwers van de doelplaneet en de krachten die via deze bouwers alle bekende en onbekende vormen produceren. De deva's die samenwerken in de hiërarchische inspanning hebben daarom betrekking op het vormaspect, terwijl de andere leden van de Hiërarchie zich bezighouden met de ontwikkeling van bewustzijn in de vorm.

HOOFDSTUK V

DE DRIE AFDELINGEN VAN DE HIERARCHY

We hebben al het thema van de fundering van de Hiërarchie van de Aarde behandeld, we hebben gezien hoe het is ontstaan ​​en we behandelen bepaalde crises die nog steeds van invloed zijn op de huidige gebeurtenissen. Wanneer het gaat om het werk en de doelstellingen van de leden van de Hiërarchie, is het niet mogelijk om te zeggen wat ze zijn geweest, noch om in detail te beschouwen wie de actieve karakters waren gedurende de afgelopen millennia, sinds de Hiërarchie ontstond.

Vele grote Wezens, van planetaire en zonne-oorsprong, en soms uit kosmische bronnen, boden op bepaalde tijden zijn hulp en woonden kort op onze planeet. Door de energie die door hen stroomde en door zijn diepe wijsheid en ervaring, stimuleerden ze de aardse evolutie en droegen ze enorm bij aan de realisatie van de doelen van de planetaire logos. Toen volgden ze Zijn weg, en Zijn plaatsen werden bezet door die leden van de Hiërarchie die bereid waren specifieke training en een uitbreiding van bewustzijn te ondergaan. A su vez, los cargos de estos adeptos y Maestros fueron ocupados por iniciados, por eso los discípulos y hombres y mujeres altamente evolucionados, continuamente tuvieron oportunidad de entrar en las filas de la Jerarquía, y así hubo una constante circulación de nueva vida y sangre, y la llegada de quienes pertenecen a un período o época especial.

Algunos de los grandes nombres de las últimas épocas son conocidos en la historia como Shri Sankaracharya, Vyasa, Mahoma, Jesús de Nazareth y Krishna, y también los iniciados menores como Pablo de Tarso, Lutero y algunas luminarias destacadas de la historia europea. Estos hombres y mujeres siempre han sido agentes para llevar a cabo el propósito de la raza, lograr condiciones grupales y fomentar la evolución de la humanidad. A veces han aparecido como fuerzas benefactoras, trayendo consigo paz y bienestar. Con frecuencia han llegado como agentes de destrucción de las antiguas formas religiosas y de gobierno, para poder ser liberada la vida dentro de la forma en rápida cristalización, construyendo para sí un nuevo y mejor vehículo.

Mucho de lo que aquí se dice es bien conocido y fue expuesto en diferentes libros esotéricos. Sin embargo, en la sabia y cuidadosa enunciación de los hechos recopilados y su correlación con lo que podría ser nuevo para algunos estudiantes, llega la eventual captación sintética del gran plan y la comprensión inteligente y uniforme del trabajo de ese gran grupo de almas liberadas que, con absoluta autoabnegación, permanece silenciosamente detrás del panorama mundial. Por el poder de Su voluntad, la fuerza de Sus meditaciones, la sabiduría de Sus planes y Su conocimiento científico de la energía, dirigen las corrientes de fuerza y controlan a esos agentes constructores de la forma que producen lo visible y lo invisible, lo activo y lo inactivo, en la esfera de la creación en los tres mundos. Esto, unido a su vasta experiencia, los capacita para ser agentes distribuidores de la energía del Logos planetario.

Como ya se ha afirmado, a la cabeza de todas las actividades, controlando cada unidad y dirigiendo toda evolución, se halla el REY, el Señor del Mundo, Sanat Kumara, el Joven de los Eternos Veranos, y el Manantial de la Voluntad (demostrándose como Amor) del Logos planetario. Colaborando con Él y como Sus consejeros, hay tres Personajes llamadas Pratyeka Budas, o Budas de Actividad. Estos cuatro Seres encarnan la voluntad activa, amorosa e inteligente. Son el pleno florecimiento de la inteligencia, habiendo logrado en un sistema solar anterior lo que el hombre está ahora tratando de perfeccionar. En anteriores ciclos de este sistema, Ellos comenzaron a demostrar amor inteligente y, desde el punto de vista del hombre, el ser humano común, son el amor e inteligencia perfectos, aunque desde el punto de vista de esa Existencia que en Su cuerpo de manifestación abarca también nuestro sistema planetario, ese aspecto amor se halla aún en proceso de desarrollo y la voluntad es sólo embrionaria. Será otro el sistema solar que verá fructificar el aspecto voluntad, así como el amor madurará en el nuestro.

En torno al Señor del Mundo, pero separados y ocultos, hay otros tres Kumaras, que completan los siete de la manifestación planetaria.

Su trabajo es necesariamente incomprensible para nosotros. Los tres Budas exotéricos o Kumaras, son la totalidad de la actividad o energía planetaria, y los tres Kumaras esotéricos encarnan tipos de energía que no están en plena manifestaci n en nuestro planeta. Cada uno de estos seis Kurnaras es un reflejo y un agente distribuidor de la energ ay fuerza de uno de los otros seis Logos planetarios, los restantes seis esp ritus ante el Trono. En este esquema s lo Sanat Kumara se sostiene y se basta a S Mismo, porque es la encarnaci nf sica de uno de los Logos plane tarios, pero no puede ser revelado cu l de ellos, por ser uno de los secretos de la iniciaci n. A trav s de cada uno de Ellos pasa la fuerza vital de uno de los seis rayos, y al considerarlos se po dr a resumir Su trabajo y posici n de la manera siguiente:

1. Cada uno encarna uno de los seis tipos de energ a, sien do el Se or del Mundo el que sintetiza y encarna el per fecto s ptimo tipo, nuestro tipo planetario.

2. Cada uno se caracteriza por uno de los seis colores, y el Se or del Mundo manifiesta el pleno color planetario, siendo stos tambi n los seis subsidiarios.

3. Por lo tanto, Su trabajo no s lo consiste en distribuir la fuerza, concierne a la entrada de los egos que buscan ex periencia terrestre en nuestro esquema y que vienen de otros esquemas planetarios.

4. Cada uno de Ellos est en comunicaci n directa con uno de los planetas sagrados.

5. De acuerdo a las condiciones astrol gicas y al giro de la rueda planetaria de la vida, as estar activo uno de es tos Kumaras. Los tres Budas de actividad cambian de vez en cuando y se trasforman a su vez en exot ricos o esot ricos, seg n sea el caso. nicamente el Rey per manece constante y alerta en activa encarnaci nf sica.

Adem s de estos personajes principales que presiden la C mara del Concilio de Shamballa, existe un grupo de cuatro Seres que representan en el planeta los cuatro Maharaj es, o los cuatro Se ores del Karma en el sistema solar, y se ocupan espec ficamente de la evoluci n del reino humano en la actualidad. Estos cuatro Seres tienen relaci n con:La distribuci n del karma o destino humano, en lo que afecta a los individuos y, a trav s de los individuos, a los grupos.

1. El cuidado y clasificaci n de los archivos ak sicos. stos se ocupan de la Sala de los Archivos o de las anotacio nes en los libros, seg n se dice en la Biblia cristiana. En el mundo cristiano son conocidos como los ngeles registradores.

2. La participaci n en los concilios solares. S lo Ellos tie nen derecho, durante el cielo mundial, a pasar mas all de la periferia del esquema planetario y participar en los concilios del Logos solar. Debido a esto, son literal mente mediadores planetarios, que representan a nuestro Logos planetario ya todo aquello que. Le concierne en el esquema mayor, del cual l es s lo una parte.

Cooperando con los Se ores del Karma hay grandes grupos de iniciados y devas que se ocupan del correcto reajuste de

  1. el karma mundial,
  2. el karma racial,
  3. el karma nacional,
  4. el karma grupal,
  5. el karma individual,

y son responsables ante el Logos planetario de la correcta manipu laci nd esas fuerzas y son agentes constructores que traen a los egos de los distintos rayos, en los momentos y temporadas exactos.

Poco tenemos que ver con todos estos grupos, porque s lo los iniciados de tercera iniciaci ny los de rango a nm s excelso, en tran en contacto con ellos.

Los otros miembros de la Jerarqu a se dividen en tres grupos principales y cuatro subsidiarios; cada uno, como se observar en el diagrama que aparece en la p gina 51, est precedido por uno de los que denominamos los tres Grandes Se ores.

El Trabajo del Manu.

El Manu preside el primer grupo. Se Lo llama Vaivasvata Manu, y es el Manu de la quinta raza raíz. Es el hombre ideal o pensador, y determina el tipo de nuestra raza aria, habiendo presidido sus destinos desde su comienzo, hace casi cien mil años. Otros aparecieron y desaparecieron, y Su lugar será ocupado por algún otro, en un futuro relativamente cercano. Entonces pasará a realizar un trabajo de mayor excelsitud. El Manu o prototipo de la cuarta raza raíz, trabaja en íntima relación con Él, y su centro de influencia se halla en China. Es el segundo Manu que ha tenido la cuarta raza raíz, y ha ocupado el lugar del anterior, durante las etapas finales de la destrucción de la Atlántida. Ha permanecido para fomentar el desarrollo del tipo racial y provocar su desaparición final. Los períodos de actuación de los diversos Manus se superponen; actualmente no queda en el globo ningún representante de la tercera raza raíz. El Vaivasvata Manu reside en los Himalayas y ha reunido a Su alrededor, en Shigatsé, a algunos de los que están relacionados directamente con las cuestiones arias en la India, Europa y América, ya aquellos que más tarde se ocuparán de la futura sexta raza raíz. Los planes se preparan para épocas futuras; se constituyen centros de energía, miles de años antes que sean necesarios, y por la sabia previsión de estos Hombres Divinos, nada se deja al azar, sino que todo se mueve en cielos ordenados y bajo regla y ley, aunque dentro de limitaciones kármicas.

El trabajo del Manu concierne en gran parte al gobierno, la política planetaria y el establecimiento, dirección y disolución. de tipos y formas raciales. A Él se le confía la voluntad y el propósito del Logos planetario. Sabe cuál es el objetivo inmediato para este ciclo de evolución que debe presidir, y Su trabajo consiste en hacer cumplir esa voluntad. Trabaja en más estrecha colaboración con los devas constructores, que con Su Hermano el Cristo, pues Su misión es establecer el tipo racial, segregar los grupos por los cuales se desarrollarán las razas, manipular las fuerzas que mueven la corteza terrestre, levantar y hundir continentes, dirigir la mente de los estadistas de todas partes, para que el gobierno racial proceda como es de desear y se logren las condiciones que proporcionarán el personal necesario para fomentar cualquier tipo racial particular. Ya se observa en América del Norte y en Australia un trabajo similar.

La energía que afluye a través de Él, emana del centro coronario del Logos planetario y Le llega a través del cerebro de Sanat Kurnara, que centraliza en Sí toda la energía planetaria. Actúa por medio de la meditación dinámica, llevada a cabo en el centro coronario, produciendo resultados por Su perfecta comprensión de lo que debe realizarse, por Su poder de visualizar lo que debe hacerse para lograr la realización, y por Su capacidad de trasmitir energía creadora y destructora a quienes son Sus ayudantes. Todo esto se realiza por el poder de la emisión del sonido.

El Trabajo del Instructor del Mundo, el Cristo.

El segundo grupo está presidido el Instructor del Mundo. Es ese gran Ser que los cristianos denominan Cristo. En Oriente es conocido como el Bodhisattva y el Señor Maitreya, y por los devotos mahometanos, como el Iman Madhi. Ha presidido los destinos de la vida desde el año 600 a. C.; es Quien apareció entre los hombres ya Quien se espera nuevamente. Es el gran Señor de Amor y Compasión, así como su predecesor, Buda, fue el Señor de Sabiduría. A través de Él fluye la energía del segundo aspecto que Le llega directamente desde el centro cardíaco del Logos planetario, a través del corazón de Sanat Kurnara. Actúa por la meditación centrada en el corazón. Es el Instructor del Mundo, el Maestro de Maestros y el Instructor de Ángeles, y se Le ha confiado la guía de los destinos espirituales de los hombres y el despertar del reconocimiento de que cada ser humano es una criatura de Dios y un hijo del Altísimo.

Así como el Manu se ocupa de proporcionar el tipo y las formas a través de las cuales la conciencia puede evolucionar y adquirir experiencia, haciendo posible la existencia en su sentido más profundo, así el Instructor del Mundo dirige esa conciencia inmanente en su aspecto vida o espíritu, tratando de energetizarla dentro de la forma, para ser ésta descartada a su debido tiempo, y el espíritu liberado volver a su origen. Desde que dejó la Tierra, como dice con relativa exactitud la Biblia (aunque con muchos errores en los detalles), siempre ha permanecido con los hijos de los hombres. Nunca nos ha abandonado, sino en apariencia, y quienes conocen el camino pueden hallarlo en cuerpo físico en los Himalayas, trabajando en íntima colaboración con Sus dos grandes Hermanos, el Manu y el Mahachohan. Diariamente imparte su bendición al mundo, y permanece todos los días bajo el gran pino de Su jardín, a la puesta del sol, con las manos en alto, bendiciendo a quienes tienen verdadera y fervorosa aspiración. Conoce a todos los buscadores, y aunque no tengan conciencia de Él, la luz que de Él afluye estimula sus deseos, fomenta la chispa de vida naciente y espolea al aspirante hasta el amanecer del gran día en que se enfrente con Aquel Que “al ser ascendido” ?entendido esotéricamente? atraerá hacia Sí a todos los hombres, como Iniciador de los sagrados misterios.

El Trabajo del Señor de la Civilización, el Mahachohan.

El Mahachohan encabeza el tercer grupo. Su autoridad sobre el mismo persiste durante un período más extenso que el de Sus dos Hermanos, y puede desempeñar Su cargo durante varias razas raíces. Es la totalidad del aspecto inteligencia. El actual Mahachohan no es el que originariamente ocupó el lugar al establecerse la Jerarquía en los días de Lemuria ? entonces era ocupado por uno de los Kumaras o Señores de la Llama que encarnaron con Sanat Kumara?; y el Mahachohan ocupó Su lugar en la segunda subraza de la raza raíz atlante. Había logrado el estado de adepto en la cadena lunar, y por medio de Su complementación, un gran número de seres humanos avanzados vinieron a la encarnación a mediados de la raza raíz atlante. La afiliación kármica con Él, fue una de las causas predisponentes que hicieron posible esta eventualidad.

Su trabajo es fomentar y fortalecer la relación entre espíritu y materia, vida y forma, yo y no?yo, cuyo resultado es lo que llamamos civilización. Maneja las fuerzas de la naturaleza, y es en gran parte la fuente emanante de energía eléctrica, tal como la conocemos. Por ser reflejo del tercer aspecto o creador, la energía del Logos planetario fluye hacia Él desde el centro laríngeo, y es Quien de muchas maneras hace posible el trabajo de Sus hermanos. Le presentan Sus planes y deseos y por Su intermedio llegan las instrucciones a un gran número de agentes dévicos.

Así tenemos Voluntad, Amor e Inteligencia, representados en estos tres Grandes Señores; tenemos el yo y el no?yo, y su relación sintetizada en la unidad de la manifestación; tenemos gobierno racial, religión y civilización, constituyendo un todo coherente, y la manifestación física, el aspecto amor o deseo, y la mente del Logos planetario, exteriorizándose en objetividad. Entre estas tres Personalidades existe la más íntima colaboración y unidad, y todo movimiento, plan y acontecimiento, tienen su existencia en Su previo conocimiento unido. Están en continuo contacto con el Señor del Mundo en Shamballa, y la dirección de todos los asuntos descansa en sus manos y en las del Manu de la cuarta raza raíz. El Instructor del Mundo ocupa Su lugar, en conexión con las razas raíces cuarta y quinta.

Cada uno de estos guías departamentales dirige cierto número de cargos subsidiarios, y el departamento del Mahachohan está dividido en cinco secciones, que abarcan los cuatro aspectos menores del gobierno jerárquico.

A las órdenes del Manu trabajan los regentes de las distintas divisiones del mundo, como por ejemplo, el Maestro Júpiter, regente de la India, el más antiguo de Los que trabajan ahora para la humanidad en cuerpo físico, y el Maestro Rakoczi, que es el regente de Europa y América. Debe recordarse que aunque el Maestro R., por ejemplo, pertenece al séptimo rayo y está sujeto al departamento de energía del Mahachohan, sin embargo, en el trabajo jerárquico puede desempeñar, y desempeña, temporariamente, el cargo bajo el Manu. Estos regentes, aunque desconocidos, tienen en Sus manos las riendas del gobierno de los continentes y las naciones, guiando así, aunque en forma desconocida, sus destinos, inspirando a estadistas y gobernantes; vierten energía mental en los grupos gobernantes, logrando los resultados deseados cuando encuentran colaboración e intuición receptiva entre los pensadores.

El Instructor del Mundo preside el destino de las grandes religiones, por medio de un grupo de Maestros e Iniciados que dirigen las actividades de las diferentes escuelas de pensamiento. A título de ilustración, el Maestro Jesús, inspirador y director de las Iglesias cristianas de todo el mundo, aunque es un adepto de sexto rayo en el departamento del Mahachohan, trabaja actualmente bajo el Cristo en bien de la cristiandad; otros Maestros ocupan puestos similares en relación con los grandes credos orientales y las diversas escuelas de pensamiento en Occidente:

En el departamento del Mahachohan, gran número de Maestros, en quíntuple división, trabaja con la evolución dévica, y el aspecto inteligencia del hombre, y corresponde a los cuatro rayos menores de atributo,

1. el rayo de armonía o belleza,

2. el rayo de ciencia concreta o conocimiento,

3. el rayo de devoción o idealismo abstracto,

4. el rayo de ley ceremonial o magia,

así como los tres guías de departamentos representan los tres rayos mayores de:

1. Voluntad o poder.

2. Amor o sabiduría.

3. Inteligencia activa o adaptabilidad.

Los cuatro rayos o atributos de la mente, con el tercer rayo de la inteligencia, están sintetizados por el Mahachohan y constituyen la totalidad del quinto principio de la mente a manas.

CAPÍTULO VI

LA LOGIA DE MAESTROS

Las Divisiones.

Hemos considerado parcialmente los cargos superiores en las filas de la Jerarquía de nuestro planeta. Ahora trataremos lo que se podría llamar las dos divisiones en que están distribuidos los miembros restantes. Forman, literalmente, dos Logias dentro de un conjunto mayor:

1. La Logia — constituida por iniciados que han pasado la quinta iniciación, y un grupo de devas o ángeles.

2. La Logia Azul, constituida por iniciados de la tercera, cuarta y quinta iniciaciones.

Inferior a éstos hay un gran grupo de iniciados de la primera y segunda iniciaciones y luego los discípulos de toda graduación. Los discípulos se consideran afiliados a la Logia, pero no miembros de la misma. Finalmente vienen los que están en probación y esperan ser afiliados, mediante arduos esfuerzos.

Desde otro punto de vista, podemos considerar que los miembros de la Logia forman siete grupos, representando cada uno de ellos un tipo de la séptuple energía planetaria que emana del Logos planetario. La triple división ha sido dada al principio, porque en la evolución tenemos siempre los tres mayores (que se manifiestan a través de los tres departamentos), y luego los siete que se presentan como una triple diferenciaci ny un septenario. Los estudiantes deben recordar que todo lo que aqu se imparte se refiere al trabajo de la Jerarqu a, en conexi n con el cuarto reino o humano, y especialmente a esos Maestros que trabajan con la humanidad. Si se tratara de la evoluci nd vica, la clasificaci ny divisi n ser an totalmente distintas.

Adem s, hay ciertos aspectos del trabajo jer rquico que afec tan, por ejemplo, al reino animal; este trabajo pone en actividad a seres, trabajadores y adeptos, totalmente diferentes de los servi dores del cuarto reino o reino humano. Por lo tanto, deben recor dar cuidadosamente que estos detalles son relativos, y que el tra bajo y el personal de la Jerarqu a son infinitamente m s grandes e importantes de lo que pueden parecer en una lectura superficial de estas p ginas. En verdad, se trata de lo que podr a ser consi derado como Su trabajo primario, pues al servir al reino humano nos ocupamos de la manifestaci n de los tres aspectos de la divi nidad, pero los dem s departamentos son interdependientes y el trabajo progresa como un todo sint tico.

Los trabajadores o adeptos, que se ocupan de la evoluci n de la familia humana, son sesenta y tres, si se tienen en cuenta los tres grandes Se ores, para llegar a formar los nueve veces siete, necesarios para el trabajo. De stos, cuarenta y nueve trabajan exot ricamente, si puede expresarse as, y catorce se ocupan m s esot ricamente de la manifestaci n subjetiva. Muy pocos de Sus nombres son conocidos por el p blico, y en muchos casos no ser a prudente revelar qui nes son, d nde viven y cu l es Su particular esfera de actividad. Una peque a minor a, debido al karma gru pal ya la disposici n de sacrificarse, en los ltimos cien a os han sido conocidos por el p blico, y en lo que a Ellos respecta puede darse cierta informaci n. En la actualidad muchas perso nas, independientemente de cualquier escuela de pensamiento, son conscientes de su existencia, y el reconocimiento de que aquellos a quienes conocen personalmente trabajan en un gran esquema de esfuerzo unificado, puede alentar a estos verdaderos conocedores y testimoniar su conocimiento y establecer as, m s all de toda controversia, la realidad de Su trabajo. Ciertas escuelas de ocul tismo y orientaci n teos fica han pretendido ser las nicas depo sitarias de Sus ense anzas y la nica exteriorizaci n de Sus es fuerzos, limitando, en consecuencia, lo que Ellos hacen y formu lando premisas que el tiempo y las circunstancias no corrobora r n. Trabajan ciertamente por medio de tales grupos de pensado res y ponen la mayor parte de sus fuerzas en la tarea de tales organizaciones; sin embargo, tienen Sus disc pulos y Sus adictos en todas partes, trabajando a trav s de muchos grupos y aspectos de la ense anza. En todo el mundo, los disc pulos de estos Maes tros han encarnado en esta poca con el nico fin de participar en las actividades, tareas y difusi n de la verdad de las distintas igle sias, ciencias y filosof as, produciendo as, dentro de la organiza ci n misma, una expansi n, una extensi ny la desintegraci n ne cesaria, que de otra forma resultar a imposible. Ser a conveniente que todo estudiante de esoterismo conociera estos hechos y culti vara la capacidad de reconocer la vibraci n jer rquica, tal como se manifiesta a trav s de los disc pulos, en los lugares y grupos m s inveros miles.

En lo que respecta al trabajo de los Maestros a trav s de sus disc pulos, deber a explicarse un punto, y es que las diversas es cuelas de pensamiento, fomentadas por la energ a de la Logia, son fundadas en cada caso por uno o varios disc pulos, y sobre ellos y no sobre el Maestro recae la responsabilidad de los resultados y el karma consiguiente. El procedimiento es m so menos el siguiente: El Maestro revela al disc pulo el objetivo que se pro pone realizar en un breve ciclo inmediato y le sugiere la conveniencia de tal o cual desarrollo. El trabajo del discípulo consiste en asegurarse el mejor método para obtener los resultados deseados, y en formular planes por medio de los cuales obtener cierto éxito. Entonces inicia sus proyectos, funda su sociedad u organización, y difunde la enseñanza necesaria. Sobre él recae la responsabilidad de elegir colaboradores apropiados, trasmitir el trabajo a los más capacitados y presentar debidamente la enseñanza. Todo lo que hace el Maestro es observar el esfuerzo con interés y simpatía; mientras tanto el discípulo mantiene su elevado ideal inicial y sigue su camino con puro altruismo.

El Maestro no es culpable si el discípulo muestra falta de discernimiento en la elección de colaboradores o evidencia incapacidad para representar la verdad. Si lo hace bien y el trabajo progresa, como es de desear, el Maestro continuará impartiendo Su bendición sobre el esfuerzo. Si fracasa y sus sucesores se apartan del impulso original, difundiendo así toda clase de errores, el Maestro, con amor y simpatía, omitirá esa bendición, retendrá Su energía y dejará de estimular aquello que es mejor que desaparezca. Las formas van y vienen y el interés del Maestro y Su bendición, fluirán a través de un canal u otro; el trabajo puede continuar por cualquier medio, pero siempre la fuerza de la vida persistirá, destruyendo la forma allí donde sea inadecuada o utilizándola cuando satisfaga la necesidad inmediata.

Algunos Maestros y su trabajo.

En el primer gran grupo del cual el Manu es el Guía, se hallan dos Maestros, el Maestro Júpiter y el Maestro Morya. Ambos han trascendido la quinta Iniciación, y el Maestro Júpiter, que además es Regente de la India, es considerado el más antiguo por toda la Logia de Maestros. Habita en las colinas de Nilgherry, en el sur de la India, y es uno de los Maestros que generalmente no aceptan discípulos, pues figuran entre éstos sólo iniciados de grado superior y un buen número de Maestros. En sus manos están las riendas del gobierno de la India, incluyendo gran parte de la frontera norte, y sobre Él recae la ardua tarea de guiar finalmente a este país, para que salga del presente caos e intranquilidad y sus diversos pueblos se fusionen en una síntesis final. El Maestro Morya, uno de los adeptos orientales más conocidos, reúne entre Sus discípulos a un gran número de europeos y americanos; es un príncipe Rajput, que durante muchas décadas ocupó una posición prominente en los asuntos de la India.

Actúa en estrecha colaboración con el Manu y oportunamente será el Manu de la sexta raza raíz. Vive, como Su Hermano KH, en Shigatsé, en los Himalayas, y es una figura muy conocida por los habitantes de esa lejana villa. Es un hombre alto y de presencia imponente, de cabello y barba negros y ojos oscuros, y Su aspecto podría considerarse severo, si no fuera por la expresión de Sus ojos. Él y Su Hermano, el Maestro KH, trabajan casi como una unidad, y así lo han hecho durante siglos y lo harán en el futuro, pues el Maestro KH está preparado para ocupar el puesto de Instructor del Mundo, cuando el actual titular lo deje para realizar un trabajo más elevado, y venga a la existencia la sexta raza raíz. Las casas que habitan están juntas, y gran parte del tiempo trabajan en estrecha asociación. Como el Maestro M. pertenece al primer rayo, el de la Voluntad y Poder, Su trabajo consiste en gran parte en llevar a cabo los planes del actual Manu. Actúa como inspirador de los estadistas del mundo; maneja, por medio del Mahachohan, las fuerzas que producirán las condiciones necesarias para el progreso de la evolución racial. En el plano físico, los grandes ejecutivos nacionales con ideales internacionales y amplia visión, están influidos por Él, y con Él cooperan ciertos grandes devas del plano mental; tres grandes grupos de ángeles trabajan también con Él en niveles mentales, en unión con devas menores que vitalizan formas mentales y, en bien de toda la humanidad, mantienen vivas las formas mentales de los Guías de la raza.

El Maestro M, tiene un gran grupo de discípulos bajo su instrucción, trabaja con muchas organizaciones esotéricas y también por medio de los políticos y estadistas del mundo.

El Maestro Koot Humi, muy conocido en Occidente, tiene muchos discípulos en todas partes, es oriundo de Cachemira y Su familia originalmente procedió de la India. Es también un Iniciado de alto grado y pertenece al segundo rayo de Amor Sabiduría. Es de noble presencia y alta estatura, aunque algo menos corpulento que el Maestro M.; de tez blanca, cabello y barba color castaño dorado, y ojos de un maravilloso azul profundo, a través de ellos parece fluir el amor y la sabiduría le las edades. Tiene una gran experiencia y una vasta cultura; fue originalmente educado en una de las Universidades británicas y habla correctamente el inglés. Lee mucho, y los libros de todas las literaturas en diversos idiomas, llegan a Su estudio en el Himalaya. Se ocupa principalmente de la vitalización de ciertas grandes tendencias filosóficas y Se interesa por algunas organizaciones filantrópicas. Le corresponde, en gran parte, el trabajo de estimular la manifestación del amor, latente en el corazón de todos los hombres, y despertar en la conciencia de la raza la percepción del gran hecho fundamental de la hermandad.

Actualmente el Maestro M., el Maestro KH y el Maestro Jesús, están íntimamente interesados en el trabajo de unificar, hasta donde sea posible, el pensamiento oriental y el occidental, de modo que las grandes religiones orientales, con el último desarrollo alcanzado por el credo cristiano en todas sus ramificaciones, puedan beneficiarse mutuamente. Se espera que de este modo venga a la existencia la gran Iglesia Universal.

El Maestro Jesús, punto focal de la energía que fluye a través de las distintas iglesias cristianas, ocupa actualmente un cuerpo sirio y vive en algún lugar de Tierra Santa. Viaja mucho y pasa largas temporadas en diversas partes de Europa. Trabaja más especialmente con las masas que con los individuos, aunque ha reunido a Su alrededor un numeroso grupo de discípulos. Pertenece al sexto rayo de Devoción o Idealismo Abstracto, y Sus discípulos se caracterizan frecuentemente por ese fanatismo y devoción que se manifestó en los mártires de los primitivos tiempos cristianos. Es de apariencia marcial, exige disciplina, es un hombre de voluntad y dominio férreos. Alto y delgado, de rostro largo y fino, pelo negro, tez pálida y penetrantes ojos azules. Su trabajo actual es de gran responsabilidad, pues le fue asignada la tarea de orientar el pensamiento occidental, para sacarlo de su actual estado de intranquilidad y llevarlo a las pacíficas aguas de la certidumbre y del conocimiento, preparando así el advenimiento, en Europa y América, del Instructor del Mundo. Es muy conocido en la historia bíblica, apareciendo primero como Joshua, el hijo de Nun; luego aparece nuevamente en los tiempos de Ezra, como Jeshua, recibiendo la tercera iniciación, que en el Libro de Zacarías es relatada como la de Joshua, y en, el Evangelio es conocido por dos grandes sacrificios, aquel en que entregó Su cuerpo para que el Cristo lo utilizara, y el de la gran renunciación, característica de la cuarta iniciación. Como Apolonio de Tiana, recibió la quinta iniciación y Se convirtió en Maestro de Sabiduría. Desde entonces permaneció y actuó en la Iglesia Cristiana, fomentando el germen de la verdadera vida espiritual entre los miembros de las sectas y divisiones, y neutralizando en lo posible los errores y equívocos de clérigos y teólogos. Es netamente el gran Líder, el General y el Sabio ejecutivo, y en los asuntos de las iglesias coopera estrechamente con el Cristo, ahorrándole mucho trabajo y actuando como Su intermediario, cuando es posible. Nadie como Él conoce tan profundamente los problemas de Occidente; nadie está tan íntimamente en contacto con quienes representan mejor las enseñanzas cristianas, y nadie conoce tan bien la necesidad del momento actual. Algunos eminentes prelados de las iglesias Anglicana y Católica son Sus agentes.

El Maestro Djwal Khul o Maestro DK, como se lo llama frecuentemente, es otro adepto del segundo rayo de Amor?Sabiduría, el último de los adeptos que pasaron la iniciación, pues recibió la quinta iniciación en 1875; conserva el mismo cuerpo de entonces; la mayoría de los Maestros la recibieron en cuerpos anteriores, su cuerpo de origen tibetano no es joven. Está dedicado al Maestro KH y vive en una casita cercana a la de este Maestro. Por Su disposición a servir ya hacer cuanto sea necesario, ha sido llamado “el Mensajero de los Maestros”. Es muy culto y tiene más conocimiento acerca de los rayos y de las Jerarquías planetarias del sistema solar, que ningún otro Maestro. Trabaja con quienes se dedican a la curación, y coopera en los grandes laboratorios del mundo en forma desconocida e invisible, con los buscadores de la verdad, con todos los que tratan definidamente de curar y aliviar al mundo y con los grandes movimientos filantrópicos mundiales, tales como la Cruz Roja. Se ocupa de los discípulos de los distintos Maestros, que pueden aprovechar su instrucción, y en los últimos diez años ha aliviado, en gran parte, el trabajo de enseñanza de los Maestros M. y KH, tomando a Su cargo, por determinado tiempo, algunos de Sus aspirantes y discípulos. También trabaja mucho con ciertos grupos de devas del éter, que son devas sanadores y colaboran así con Él en el trabajo de remediar algunos males físicos de la humanidad. Dictó gran parte de la monumental obra La Doctrina Secreta, y le hizo ver a HP Blavatsky muchas ilustraciones y datos que aparecen en ese libro.

El Maestro Rakoczi se ocupa especialmente del futuro desarrollo de los asuntos raciales de Europa y del desarrollo mental en América y Australia. Es húngaro, tiene su hogar en los Cárpatos, habiendo sido en un momento dado una figura muy conocida en la corte húngara. Se pueden encontrar referencias en antiguos libros de historia, fue particularmente conocido como el Conde de Saint?Germain, anteriormente como Roger Bacon y después como Francis Bacon. Es interesante observar que, a medida que el Maestro R. se hace cargo de los asuntos de Europa, en los planos internos, el nombre de Francis Bacon se hace más público en la controversia Bacon?Shakesperiana. Es más bien bajo y delgado, con barba negra y puntiaguda y cabello lacio y negro. No acepta tantos discípulos como los Maestros ya mencionados. En la actualidad dirige la mayoría de los discípulos de tercer rayo de Occidente, juntamente con el Maestro Hilarión. pertenece al séptimo rayo de Magia u Orden Ceremonial, y actúa principalmente por medio del ritual y el ceremonial esotéricos; tiene vital interés por los efectos hasta ahora no reconocidos del ceremonial francmasón, el de las diversas fraternidades y el de todas las iglesias. En la Logia se lo llama generalmente “el Conde” y en América y Europa actúa prácticamente como director general, en la realización de los planes del consejo ejecutivo de la Logia. Algunos Maestros forman un grupo interno alrededor de los tres Grandes Señores, y se reúnen en concilio con mucha frecuencia.

El Maestro Hilarión pertenece al quinto rayo de Conocimiento Concreto o Ciencia, y en una encarnación anterior fue Pablo de Tarso. Tiene cuerpo cretense, pero pasa gran parte de su tiempo en Egipto. Dio al mundo el tratado ocultista llamado Luz en el Sendero y Su trabajo resulta particularmente interesante, para el gran público, en la crisis actual, pues trabaja con quienes desarrollan la intuición, y controla y trasmuta los grandes movimientos que tienden a descorrer el velo de lo invisible. Su energ a estimula a trav s de Sus disc pulos a los grupos de investigadores s quicos, y fue quien inici, mediante varios de Sus disc pulos, el movi miento espiritista. Tiene en observaci na todos los s quicos de orden superior, y los ayuda a desarrollar sus poderes para bien del grupo; trabaja juntamente con algunos devas en el plano as tral, para abrir, a los buscadores de la verdad, ese mundo sub jetivo que est tras de la materia grosera.

Poco puede decirse sobre los dos Maestros ingleses. No acep tan disc pulos en el sentido en que lo hacen los Maestros KH y M. Uno reside en Gran Breta a, tiene a Su cargo la direcci n de finitiva de la raza anglosajona y trabaja en los planes del des arrollo y la evoluci n futuros. Est tras el movimiento labo rista de todo el mundo, trasmut ndolo y dirigi ndolo, y de la ac tual creciente oleada de la democracia. De la inquietud democr tica, y del caos y la confusi n actuales, surgir la futura condici n mundial, que tendr como nota clave la cooperaci n, no la compe tencia; la distribuci n, no la centralizaci n.

Mencionaremos aqu brevemente al Maestro Serapis, frecuen temente llamado el Egipcio. Pertenece al cuarto rayo, y de l re ciben en rgico impulso los grandes movimientos art sticos del mundo, la evoluci n de la m sica, de la pintura y del teatro. Ac tualmente dedica la mayor parte de Su tiempo y atenci n al trabajo de la evoluci nd vica o ang lica, hasta que, mediante Su ayuda, sea posible hacer la gran revelaci n en el mundo de la m sica y de la pintura, en un futuro inmediato. No es posible agregar algo m s acerca de l ni revelar Su lugar de residencia.

El Maestro P. trabaja bajo la direcci n del Maestro R. en Norteam rica; tuvo mucho que ver esot ricamente con las distintas ciencias mentales, como la Ciencia Cristiana y el Nuevo Pensamiento, constituyendo ambas un esfuerzo de la Logia en el af n de ense ar a los hombres la realidad de lo invisible y el poder, creador de la mente. Su cuerpo es irland s; pertenece al cuarto rayo, y no puede ser revelado el lugar de Su residencia. Tom a su cargo gran parte del trabajo del Maestro Serapis cuan do ste se ocup de la evoluci nd vica.

El trabajo actual.

Ser n tratados aqu ciertos hechos que se refieren a dichos Maestros ya Su trabajo presente y futuro. Primero, el trabajo de entrenar a Sus aspirantes y disc pulos, para que sean de utilidad en dos grandes acontecimientos: uno, la venida del Instructor del Mundo a mediados oa fines del presente siglo, y otro, la funda ci n de la nueva sexta subraza con la reconstrucci n de las actua les condiciones del mundo. Por ser la nuestra la quinta subraza de la quinta raza ra z, es muy grande la presi n del trabajo en los cinco rayos de la mente, controlados por el Mahachohan. Dado que los Maestros soportan una carga muy pesada, gran parte de Su trabajo de ense ar a los disc pulos ha sido delegado a inicia dos y disc pulos avanzados, y algunos de los Maestros de los rayos primero y segundo, se han hecho cargo temporariamente de los aspirantes en el departamento del Mahachohan.

Segundo, se debe preparar al mundo en amplia escala para la venida del Instructor mundial, y deben darse los pasos necesarios antes de que muchos de Ellos se manifiesten entre los hombres, y lo har na fines de este siglo. Ya se est formando un grupo especial que se prepara expresamente para este trabajo. El Maes tro M., el Maestro KH y el Maestro Jes s, se ocupar n especial mente de este movimiento, hacia fines de este siglo. Otros Maes tros participar n tambi n, pero los tres mencionados anterior mente son Aquellos con cuyos nombres y cargos la gente debe en lo posible familiarizarse.

Otros dos Maestros est n especialmente relacionados con el s ptimo rayo o ceremonial, y Su trabajo particular es supervisar el desarrollo de ciertas actividades, dentro de los próximos quince años, bajo la dirección del Maestro R. Puede asegurarse definitivamente que antes de la venida de Cristo se hará lo necesario para que esté al frente de las grandes organizaciones un Maestro o un iniciado que haya recibido la tercera iniciación. Maestros e iniciados estarán al frente de ciertos grandes grupos ocultistas de francmasones del mundo y de diversos sectores de la iglesia en muchas de las grandes naciones. Este trabajo de los Maestros se está realizando ya, y todos Sus esfuerzos tienden a una exitosa culminación. En todas partes Ellos reúnen a quienes de una u otra manera demuestran la tendencia a responder a las altas vibraciones, tratando de forzarlas y adaptarse a ellas, a fin de ser útiles en el momento de la venida de Cristo. Grande es el día de la oportunidad cuando llegue ese momento, porque debido a la enorme fuerza vibratoria, que entonces presionará sobre los hijos de los hombres, quienes realizan ahora el trabajo necesario, podrán dar un gran paso hacia adelante y franquear el portal de la Iniciación.

Este es un fragmento del libro “Iniciación humana y solar”, del Maestro Djwhal Khul hablando mas en profundidad sobre las Jerarquia Espirituales / Gran Hermandad Blanca.

Desde aqui puedes descargar el libro completo:

Een Initiatie is een uitbreiding van bewustzijn die leidt tot verlichting en openbaring. Inwijding wordt ervaren door alle vormen van leven, groot of klein. Het werk van de Planetaire Hiërarchie in zijn vele meesterstadia wordt in dit boek beschreven en veertien regels worden gegeven waardoor de neofiet een aspirant kan worden voor het Portaal van Inwijding.

[button color=”blue” size=”medium” link=”https://hermandadblanca.org/wp-content/uploads/2007/09/hermandadblanca_01_iniciacion_humana_y_solar.zip” target=”blank” ]Djwhal Khul – Iniciación humana y solar[/button]

Volgende Artikel